\m.
150
gemeente in strijd met de wet zou hebben gehandeld door de wijze van
voorbereiding van dit plan middels het gelijktijdig ontwikkelen van
bouw- en bestemmingsplan. Ook naar sprekers oordeel is die stelling
onjuist. Iets anders echter is of de gevolgde werkwijze in het onder-
havige geval een gelukkige is geweest. Sprekers fractie is na ampel
beraad van mening dat het niet het gevai is. Door in zo'n nauwe rela-
tie met de project-ontwikkelaar-eigenaar mee te werken aan de totstand-
koming van dit bouw-bestemmingsplan, heeft de gemeente te veel van het
initiatief en van haar onafhankelijke positie orijs gegeven. Het was
beter geweest om als gemeente - als gemeente alleen - door midael van
het ontwikkelen van een bestemmingsplan, dat initiatief te behouden.
Dat is niet eenvoudig - daar is snreker zich van bewust - maar het is
meer gedaan, dus moet het ook in ideze gemeente mogelijk zijn. Indien
die procedure zou zijn gevolgd, dan zou de onderhandelingspositie van
de gemeente ten opzichte van de projectontwikkelaar-eigenaar bij de
realisering en invulling van het door de gemeente ontwikkelde bestem-
mingsplan, minder afhankelijk en daardoor sterker zijn geweest.
De procedure die nu gevolqd is, is uit planontwikkelingsoogpunt bezien,
een aantrekkelijke, en wordt door spreker niet principieel afgewezen,
maar dan wel voor die gevallen waarbij sprake is van gemeentegrond,
zodat alles in eigen hand gehouden kan worden. Ook hier geldt naar zijn
ooraeel dat we voor toekomstige nlannen hebben geleerd.
Wat spreker tot nog toe heeft gesteld tekent de stemming waarin zijn
fractie verkeert als men het over Merlenhoven heeft, maar heeft geen
beslissende invloed op haar stemgedrag over het onderhavige plan; zij
is van oordeel dat, hoewel het haar moeite kost, het thans voorliggende
plan los van deze voorgeschiedenis beoordeeld moet worden.
Wat de merites van het bouwplan zelf betreft wil soreker allereerst op-
merken dat zijn fractie op zich het land van Van Schie best zou willen
laten in de staat waarin het thans is, waarbij hij erop wijst dat zij
hierin niet alleen staat. Ten tijde van het vaststellen van het Streek-
olan Zuid-Kennemerland hebben zowel de Provinciale Planologische Com-
missie als Gedeputeerde Staten eveneens geoleit voor handhaving van de
oude bestemming van "stedelijke recreatie en groengebied"Eerst bij
amendement hebben Provinciale Staten op 25 mei 1970 de bestemming ge-
wijzigd in "ruime bebouwinq".
Voor de historie levert spreker een citaat uit de beantwoording door de
Provinciale Planologische Commissie van het door de Termaatstichting in
1970 ingediende bezwaarschrift. "Overigens wordt van bezwaarde - dus de
Termaatstichting - niet gevergd dat de kosten van realisering van de in
het ontwerp-streekolan toen nog aangeduide bestemning "stedelijke recrea-
tie en groenvoorziening", voor eigen rekening wordt genomen. Als eigena-
resse is de stichting immers te ailen tijde gerechtigd tot verkoop van
de gronden over te gaan".
Ook een aantal van de ingediende bezwaarschriften teqen het onderhavige P^an
pleiten voor open-laten van dit stuk terrein, met zijn direct grenzen
aan Groenendaal en het van buiten binnendringen van groen in de stede-
lijke bebouwing. In dit verband merkt spreker op dat de beantwoording
van een aantal bezwaren op dit punt, hen nogal zwak en kreterig voor-
komt. De argumenten over het logisch zijn dat juist op deze plaats een
uitbreiding van woonbebouwing is geprojecteerd, in verband met de ken-
merkende 1intbebouwing van de binnenduinrand, spreken hem niet aan.
iggfWi
28 augustus 1975