151
28 augustus 1975
Integendeel, hooguit zou gezegd kunnen worden - en dat is meer dan een
nuanceverschil - dat bebouwing ter plekke niet onlogisch is te noemen.
De verwijzing naar andere open plekken in de gemeente acht spreker ook
niet sterk. Naar zijn oordeel kan er slechts één argument zijn om een
terrein als het onderhavige in ons dichtslibbende Kennemerland te be-
bebouwen en dat is de noodzaak van het bouwen van woningen om te voor-
zien in de ergste woningbehoefte, om daarmee tevens de problematiek
van de te sterk teruglopende bevolking in onze hele regio gedeeltelijk
het hoofd te kunnen bieden. Met andere woorden: zijn fractie is bereid
het desbetreffende open terrein voor woningbouw te bestemmen, mits
daardoor wordt bijgedragen aan het voorzien in de vroonbehoefte van hen
die dat het meeste nodig hebben en dat zijn de lager- en laagstbetaalden.
Dat ook op dat punt anderen zo denken of gedacht hebben, moge blijken
uit het volgende citaat, eveneens uit de beantwoording van de P.P.C. van
het bezwaarschrift van de Termaatstichting in 1970. "Uit het bezwaar-
schrift mag worden opgemaakt dat een bepaalde bouwwijze, in parkaanleg,
toch wel zal resulteren in vrij dure bebouwing. Dat zulks tegemoet komt
aan de leniginq van de woningbehoefte van de in het bezwaarschrift zo
genoemde talloze woningzoekenden, mag worden betwijfeld. Deze woning-
zoekenden bevinden zich over het algemeen in de bevolkingslagen die
woningen behoeven met relatief lage huren, welke over het algemeen uit
exploitatieve overweginqen zelden toeoassingen vinden in een opzet als
in het bezwaarschrift bedoeld. Op het verzoek tot het openen van bouv/-
■mogelijkheden ware derhalve niet in te gaan".
De commissie van toen had een vooruitziende blik. De Staten echter heb-
ben anders beslist, mede op verzoek van de toenmalige gemeenteraad.
De vraag waar het nu om gaat is of het thans voorliggende plan tege-
moetkomt aan de voorwaarde dat slechts bij bouw voor lager- en laagst-
betaalden het desbetreffende terrein bebouwd zou mogen worden. Sprekers
fractie is gekozen op een programma waarin deze voorwaarde nadrukkelijk
is opgenomen. Op grond van de voorgeschiedenis van dit plan dient heiaas
te worden gekonstateerd dat werkelijke sociale woningbouw thans op dit
terrein niet mogelijk is.
Woningwetbouw is, gezien de particuliere eigendom, od dit moment niet
mogelijk. Premie-huurwoningen zijn om dezelfde redenen praktisch uit-
gesloten, tenzij men daarvoor alsnog een belegger zou kunnen interes-
seren, hetgeen vooralsnog niet waarschijnlijk lijkt. Eén en ander be-
tekent strikt genomen dat aan de voorwaarden van sprekers fractie niet
kan worden voldaan. De volgende vraag is dan echter of wellicht op in-
directe wijze door uitvoering van dit plan toch die voorwaarde gedeel-
telijk vervuld zou kunnen worden, en dan doemt onmiddellijk het begrip
"doorstroming" op. Immers indien de redelijke verwachting zou bestaan
dat door het bouwen van dit pian - evenals dat in de Geleerdenwijk re-
delijk is gelukt - een groot aantal goedkopere woningen elders in de
gemeente zouden vrijkomen in eerste of volgende verhuisbewegingdan
zou de groep waarvoor zijn fractie bereid 'is dit terrein te laten be-
bouwen, toch gedeeltelijk geholpen zijn; welnu, zij gelooft voor het
onderhavige plan niet in het doorstrominqseffect en meent dat, gezien
de hoogte van de orijzen van de in dit plan geprojecteerde premie-
koopwoningen, namelijk het huidige prijspeil 105.000,— en i 112.000,--,
een vergelijking met bijvoorbeeld de Geleerdenwijk niet opgaat. Spréker
wijst erop dat in het plan Merlenhoven sprake is van bijna de duurst