128
16. Rapport bevolkingsonderzoek 1975 van de Stichting Centraal
Bureau voor Keuringen op Medisch-Hygiënisch Gebied.
17 Schriiven van de Noordhollandse Bestuursacademie waarbij wordt
toegezonden het verslag over de gehouden bijeenkomsten voor
raads- en statenleden.
18. Kwartaaluitgave van "verantwoord levensverkeer van de R.K.
Matigheidsbeweging "Sobriëtas". hnUrh» unnp.
19. Schrijven van de voorbereidingscommissie van de Techmsc q
schooi Delft inzake symposium "kernvragen over de snelle kwee
reactor"
Overeenkomstiq het voorstei van burqemeester en wethouders worden de
stukken vëmeld onder de punten 1 t/m 19, zonder hoofdelijke stemnnng
voor kennisgeving aangenomen.
20.3rief van de Interessegroen Kalkar Oost-Oelderland inzake onthef-
fingsregeling Kalkarbijdraqe.
Burgemeester en wethouders stellen voor te berichten geen bezwaar
te hebben dat de 3% bijdrage aan de gemeente in rekemng wordt ge
bracht.
Mevrouw Borghouts brengt naar voren dat de kwestie Kalkar ongeveer
een jaar geTëdenTn deze raad uitvoerig aan de orde îs geweest. Haar
fractie heeft er geen behoefte aan die diskussie nu te gaan herhalen.
De Raad van Heemstede heeft toentertijd een besluit genomen om haar
verontrusting met betrekking tot de bestedmg van de 3/,-heff ng aan
regering en parlement kenbaar te maken. Inmiddeis heeft de immster
als reactie op de steeds meer gehoorde bezwaren een entheffingsrege-
ling ingesteld, waardoor bezwaarden tegen het Kal kar-project nlet
langer verplicht zijn bij te dragen in de kosten van deze snel e kweek-
reactor. Rechtspersonen echter mogen geen gebrmk maken van deze on
heffinqsregelinq. Er zijn gemeenten, en ook anderen, die het daar met
mee eens zijn. Spijkenisse bijvoorbeeld heeft ontheffing van debij-
drage aanqevraagd en tegen de afwijzende beschikking van de min1*ter
nu beroep bij de Kroon aangetekend. De înteressegroep Kalkar-Oost
Gelderland vraagt nu welk standpunt wij als gemeente
ontheffing van de Kaikar-bijdrage voorzover het de gemeentelJke bij
Spreeksters fractie is van rneninq dat, qezien de drskussie, het thans
niet het juiste moment is om een uitspraak van de raad daarover te
uraoen Een oeheel andere vraag is echter, dre zrj tot haar spi^t met
voldoende duideiijk in de brief van genoemde Inter"f^roep terugvrndt,
of wij van mening zijn dat ook rechtspersonen van de ontheffin9sre9e
ling gebruik moeten kunnen maken. Die vraag gaat ookvooraf aan e
weike de raad nu is gesteld. Haar fractie îs van memng dat die vraag
Sevestigend moet worden beantwoord en dat dit een "ltvl°e1^ *®i_
het in september genomen raadsbesluit. Zij verzoekt derhalve het co -
ieqe dit standpunt in de beantwoordinq op te nemen. Haar fraciie zou
gaarne ook de mening van de andere leden van de raad hierover willen
horen.
De voorzitter heeft uit de woorden van mevrouw Borghouts begrepen
dat zij niet nu over deze zaak uitputtend wil spreken, maar dat zij
van menirîq is dat na een stellingname van het college op dat punt
wat zij aan de orde heeft gesteld, de zaak opmeuw in de raad moet
komen.
28 augustus 1975