129
28 augustus 1975
De heer Jager zegt dat de bedoeling van zijn fractie is dat zij
niet wii praten over de vraag of deze gemeente al danniet gebruik
gaat maken van de ontheffingsregeling, maar dat een uitspraak wordt
gedaan dat de raad vindt dat op zich rechtspersonen van die gelegen-
heid gebruik zouden moeten kunnen maken.
Het lijkt wethouder Van Drooge moejiijk om te gaan uitspreken dat
wij menen dat rechtspersonen in de gelegenheid moeten worden gesteld
aan dat fonds een bijdrage te geven inolaats van de Kalkar-heffing
te betalen. Dat is uiteraard niet te onzer competentie, en gezien de
diskussie die over deze zaak is gevoerd in de septemberraad van vorng
jaar ten aanzien van natuurlijke personen, meent hij ook niet dat wij
tot een dergelijk standpunt zouden ko.rnen. Spreker acht dat een zaak
van de regering. Hij voegt daaraan toe dat toen vorig jaar deze zaak
in de raad werd behandeld van het fonds nog geen sprake was; dat is
pas iater ingesteld bij een beschikking van de minister van Econonnsche
Zaken, die geplaatst is in de Staatscoura.nt van 19 december 1974.
Daarin staat omtrent de regeling zoals die is getroffen voor hen die
bezwaren hebben tegen de Kalkar-heffing, dat afnemers die op grond van
de bestemmi.ng van de heffing overwegende gemoedsbezwaren hebben tegen
betaling van'het bedrag dat zij verschuldigd zijn, in de gelegenheid
worden gesteld om dat in dat fonds te storten. Spreker acht het voor
rechtspersonen een uitermate nioeilijke zaak om gemoedsbezwaren te heb
ben, en hij gelooft dat het alleen al op die grond moeilijk is om te
stellen dat een gemeente gemoedsbezwaren heefttegen de Kalkar-heffing.
Als spreker vervolgens nagaat of er dan misschien onder de Heemsteedse
inwoners afnemers zijn die gemoedsbezwaren hebben tegen betaling van
de Kalkar-heffing, dan blijkt dat slechts 20 afnemers van de mogelijk-
heid gebruikmaken om in genoemd fonds te storten inplaats van de Kalkar-
heffing te betalen. Daarom meent spreker dat er voor de gemeente geen
aanieiding is eên standpunt in te nemen en daarvoorook te strijden dat
voor rechtspersonen - in dit geval speciaai voor onze gemeente - die
mogelijkheid wordt geopend.
Mevrouw Borghouts gelooft niet dat hier een beslissing gevraagd
wordt of rechtspersonen ai dan niet gebruik moeten maken van die ont-
heffingsregelingHet gaat erom of de raad daarover een standpunt zou
kunnen innemen. Zij wijst erop dat er ook in het strafrecht steeds
meer voorstanders komen en dat er steeds meer gebruik van wordt ge-
maakt dat ook rechtspersonen alssubject van het strafrecht worden aan-
gewezen. Wat betreft het aantal bezwaarden dat de wethouder noemde,
vraagt spreekster wat hij daarmee bedoelt, met name of hij dat aantal
te weinig of te veel vindt.
Wethouder Van Drooge konstateert alleen het feit; hij vindt het
niet te weinig of te veeldoch konstateert dat ongeyeer 20 mensen m
Heemstede van die regeling gebruik maken, dus prinipieel bezwaar heb-
ben tegen de Kalkar-heffing en daarom hun bijdrage in het fonds stor-
ten.
De voorzitter vraagt of mevrouw Borghouts ermee akkoord kan gaan
als in de commissie voor de bedrijven nierop kan worden teruggekomen
en dat het college dan zijn standpunt zal bepalen op de vraag die uit
de commissie tot het coilege komt.
Mevrouw Borghouts kan zich hiermede verenigen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dienovereenkomstig besloten.