'Xr fuf 189 25 september 1975 king stond, het advies een enorme steun geweest, gezien het feit dat in sprekers fractie althans slechts beschikt kon worden over één exemplaar van het concept-wetsontwerp, en de diskussie daardoor bepaald niet een- voudig was. Spreker is verheugd over de grote mate van eensgezindheid die mogelijk is gebleken tussen de 10 gemeenten die bij deze zaak betrokken zijn. Hij vindt dat een belangrijk gegeven en hoopt dat het advies, dat uit- eindelijk gedeputeerdestaten aan de minister zullen gaan uitbrengen, in belangrijke mate met dit advies overeen zal gaan stemmen, omdat alleen op die manier een onheil over ons misschien zou kunnen worden afgewen- teld. Spreker meent ook dat duidelijk is dat de noodzaak van een bestuur- lijke hervorming door niemand in dit land, ook niet door de gemeentebe- sturen, wordt ontkend. întegendeel, overal in het land is zeer nadruk- kelijk sprake van een ontwikkeling in de zin van het overdragen van. taken naar een bovengemeentelijk niveau, omdat inderdaad onderkend wordt dat er een zodanige schaalvergroting heeft plaats gevonden dat de afzon- derlijke gemeenten, op een enkele na, dat soort taken niet meer adekwaat kan vervullen. Daarom ook betreurt hij het dat de minister het kennelijk toch niet noodzakelijk heeft geacht om de gemeenten te raadplegen, die toch van de bereidheid hiertoe en de ingeziene noodzaak kennis hebben ge- gegeven. Het pre-advies stelt op pagina 2 een aantal hoofdvragen, waartoe het zich wil beperken met betrekking tot de behandeling van dit concept-ontwerp. Spreker acht dat juist. De termijn die de gemeente geboaen wordt maakt het niet mogelijk om anders te reageren, terwijl bovendien het qevaar bestaat, als men teveel in details kritiek gaat leveren, dat op die de- taiis misschien tegemoet gekomen gaat worden door de minister terwijl de hoofdlijnen van het ontwerp in stand blijven, en dat vindt spreker een gevaarlijke mogelijkheid die er in zit. Wat betreft de aan het concept-ontwerp van wet ten grondslag liggende drie-deling - rijk, provincie en gemeente - zegt spreker dat er op dat punt een verdeeldheid is in zijn fractie. Een meerderheid stemt in met deze drie-deling, op basis van de-bekende argumen.ten die in de hele dis- kussie over de vierde bestuurslaag altijd naar voren zijn gebracht, na- melijk de ondoorzichtigheid van een vierde bestuurslaag, dreigende bu- reaucratisering, nieuwe ambtelijke laaq, afstand bestuur-bestuurden, en- zovoort. Een minderheid in zijn fractie - mevrouv/ Borghouts en spreker - is niet overtuigd van de onwenselijkheid van een vierde bestuurslaag, en is integendeel van mening dat een intermediaire bestuurslaag tussen de provincies nieuwe stijl en het rijk gewenst is. Spreker denkt met name aan het toezichtsaspect dat, als dit naar de provincies nieuwe stijl zou gaan, enornie problemen zou gaan opleveren, en'dat aan de andere kant een uitoefening van dat toezicht door het Rijk, inderdaad de vierde bestuurs- 1aag in de zin zoals de heer Reeringh die heeft genoemd, over ons zal afroepen, namelijk een facetbestuur per departement van een aantal ambte- naren. De gedachtengang van de minderheid van sprekers fractie is, dat een ministeriële verantwoordelijkheid in dit soort zaken, zeker als het over 25 provincies gaat, een fiktie zal blijken te zijn. Overigens leidt dit standpunt van die minderheid in zijn fractie niet tot een voorstel om het advies in die zin te wijzîgen, want zij meent te moeten konstate- ren dat zij duidelijk in de minderheid is. Omwille van de eenheid in het totale advies van de 10 qemeenten op dit punt wil zij een dergelijk amen- dement niet indienen. Dat gaat ook uit van de realiteit dat op dit punt de politieke kaarten in het totale land al wel geschud zijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1975 | | pagina 16