193
25 september 1975
In zoverre zou men kunnen stellen dat een uitholling financieel helaas
in deze visie past, maar gelukkig is dat door deze raad krachtig ver-
worpen.
De fractievoorzitters hebben al opgemerkt dat de bestuurlijke hervor-
mingen door de gemeenten niet zijn geschuv/d, over het tempo waarin dat
in de afgelopen tijd is geschied kan men misschien van mening verschil-
len, maar het is wel degelijk door'de gemeenten ook zelf aan de orde
gesteld.
Het college heeft zich kunnen vihden in het advies van de werkgroep en
spreker neemt aan dat de gemeentesecretaris van Heemstede bereid is dat
aan zijn collegae over te brengen; op andere plaatsen zullen de bestuur-
deren dat ongetv/ijfeld ook doen; in de kring waarin spreker mocht ver-
gaderen is dat inmiddels ook geschied. Met dit advies is kwalitatief
hoogstaand werk in een zeer korte tijd geleverd.
Ook spreker acht het volstrekt ongelooflijk dat de gemeenten niet recht-
streeks over deze zaak zijn benaderd. Gelukkig is de provincie Noord-
Holland daar tussen gaan staan die er nog iets van wil maken. Gezien de
gewestelijke eensgezindheid, waarvan spreker hoopt dat die ook zal blij-
ven bestaan bij de verdere "begrenzings "-uitspraken, mag men stellen dat
deze eensgezindheid een krachtig geluid oplevert.
Dat binnen de gestelde tijd, dankzij de rapnortage van de werkgroep,
nog een dermate op de kernpunten toegespitste en geformuleerde, in dit
geval duidelijk negatieve boodschap hier op tafel ligt, is een zaak waar
allen als zodanig groot respect voor hebben. Inderdaad voor de bestuur-
ders een welkome verlichting betekende, omdat het, afgezien van het
aantal voorhanden zijnde exemplaren van dit concept-wetsontwerp, een
uitermate moei1ijke zaak was om in welke raad dan ook dit nog op een
zinvolle wijze te kunnen bespreken.
Het college heeft uiteraard met instemming van be positieve reacties van
de raad kennis genomen en is dankbaar dat de raad, afgezien van enkele
geplaatste kanttekeningen - de heer Jager heeft zelfs aan wat-een amen-
deraent had kunnen betekenen geen behoefte gehad - een eensgezindheid op
de hoofdpunten toont, die niet vertroebeld wordt door amenderingen. Dat
zou te betreuren zijn geweest. Men wil hier en daar nog wel in de bege-
leidende brief een enkel accent aanstippen en er een piaatselijk geluid
aan toevoegen, maar spreker weet dat krachten doende zijn om ook dat,
ook in het gewest Kennemerland, te verhinderen.
De heer Reeringh wil de opmerking van de heer Jager, dat de gemeente-
lijke herindeling hierbij een wezeniijk bestanddeel zou behoren uit te
maken, onderschrijven, al zou hij alleen maar denken aan het door allen
besproken punt van de toevoeging aan het gewest van de gemeente Haarlem-
merliede en Spaarnwoude, waar dit Drobleem ogenblikkelijk om de hoek
zou komen kijken, gezien de geografische verwantschap van Haarlemmarliede
met Kvanenburgwaar meteen al een ingreep in een andere miniprovincie
wordt gedaan. Spreker acht het ook zeer begrijpelijk dat dit onderwerp
nog niet in het advies is verwerkt.
Verder merkt spreker op een iets hoopvoller verwachting over de toekomst
te willen uitspreken dan de teneur van de discussie van vanavond is ge-
weest. Als men met een concept-wet komt waarvan de uitgangspunten zo
duidelijk zijn neergelegd, met name op de door spreker reeds geciteerde
pagina 94, waar staat: een bestuurslaag kan alleen een in cns volk levend
organisme zijn indien - en dan komen de voorwaarden - die bestuurslaag
zich voor een breed samengesteld pakket van zaken ziet gesteld, daar een
bepaalde mate van verantwoordelijkheid voor draagt en de democratische
wijze van bestuursvorm is verzekerd, dan moet men toch hoop houden dat de
