2e afd. 30 oktober 1975 108
BEZOLDIGINGSVERORDENING AMBTENAREN 1975
Heemstede, 19 augustus 1975.
Aan de Raad,
In een tweetal circulaires, gedateerd 24 januari 1975, nr. AB75/U84, en
17 juli 1975, nr. AB75/U1110, heeft de Minister van Binnenlandse Zaken
ons in kennis gesteld van de salarismaatregelen, welke dit jaar voor
het overheidspersoneel zullen worden getroffen.
Deze maatregelen bestaan uit:
le. een algemene salarisverhoging met een tweeledig karakter per 1 janu-
ari 1975, bestaande uit een verhoging van 3,25? met een minimum van
f 43,33 per maand, alsmede een verhoging van 0,75? vermeerderd met
een voor ieder gelijk bedrag van f 10,— per maand;
2e. een algemene salarisverhoging per 1 augustus 1975 van 3,01? net een
minimum van f 42,50 per maand als correctie van de trendverhoging,
alsmede een salarisverhoging op grond van loonsverhogingen wegens
prijsstijging in het bedrijfsleven, van 5%, met een minimum van
f 73,-- per maand.
Verder zal de vorig jaar toegekende Toeslag ingevolge de Machtiginqswet
Inkomensvorming ad f 45,-- per 1 augustus 1975 in de salarissen worden
verwerkt.
In het kader van bovenstaande salarismaatregelen kunnen toelagen en sa-
larissen, verbonden aan de uitoefening van nevenfunctiesworden ver-
hoogd met 4,5? per 1 januari en met 10? per 1 augustus 1975, indien
zulks verantwoord wordt geacht.
Het maximum-bedrag der diplomatoelagen v/ordt met ingang van genoemde
data verhoogd tot resp. f 110,— en f 120,— per maand.
Genoemde bewindsman geeft de gemeentebesturen in overweging de totstand-
koming van overeenkomstige voorzieningen voor het gemeentepersoneel te
bevorderen.
Wij hebben gemeend van deze gelegenheid gebruik te moeten maken u een
geheel nieuwe verordening ter vaststelling aan te bieden. De bestaande
verordening zou nlvoor de zesde maal gev/ijzigd moeten worden, hetgeen
niet bevorderlijk is voor de leesbaarheid.