243
27 november 1975
Spreker deelt de zorg van de V.V.D.-fractie inzake de kosten van de
muziekschool in hoge mate, vooral nu de gemeente Bloemendaal over-
weegt uit de regeling te treden, waardoor de konsekwenties dusdaniq
kunnen zijn dat ze onoverzichtelijk gaan worden. Bovendien is spre-
ker, hoewel de mededelinq van de wethouder, dat de konsekwenties
van de kosten van de verbouwinq die thans plaats vindt niet uitzon-
derlijk hoog zijn voor de gemeente, met enig pessimisme qestend of
het inderdaad bij f 16.000,-- per jaar zal blijven. De vrees bestaat
dat binnen enkele jaren de kosten van de muziekschooi voor onze ge-
meente alleen al een bedrag van ongeveer een half miljoen gulden
kunnen gaan bedragen en dat zou weî eens een onoverkomelijk zware
last voor de gemeentebegroting kunnen betekenen.
Ten aanzien van de woningbouwmoqelijkheden in onze gemeente vindt
spreker de stellingname, dat alle beschikbare grond bestemd moet
worden voor sociale woningbouw ongenuanceerd en gevaariijk, gevaar-
lijk omdat het nu eenmaal in de praktijk van de woningbouw zo is
geweest dat de sociale woningbouw - allen weten wat daarmee bedoeld
wordt; spreker heeft overigens nooit begrepen waarom ongesubsidieer-
de woningbouw eigeniijk niet sociaal zou kunnen zijn - alleen kan
bestaan bij de gratie van de niet-gesubsidieerde bouw. Vrijwel elk
bestemmingsplan wordt financieel mogeiijk gemaakt door de grote
kostendragers die zich juist bevinden in de sector van de ongesub-
'sidieerde bouw. Om dan zonder nuance alleen sociale woningbouw te
stellen acht spreker volstrekt tekort doen aan de werkelijkheid van
de woningbouw en de woningbouwfinanciering van dit moment, omdat
het stellen van alleen sociale woningbouw wel eens feitelijk kon
overeenkomen met de uitspraak: helemaal geen woningbouw. Als dat
daarvan de konsekwentie zou moeten zijn, dan zou spreker zich daar
ernstig teqen verzetten.
Spreker is getroffen door de opmerkingen van de heer Jager ten aan-
zien van het werkloosheidsprobleem. fen ieder kan daar een verschil-
lende visie op hebben hoe men dat probleem moet benaderen, en dat
kan men helaas vanavond niet uitspitten. Speciaal de opmerkinqen ten
aanzien van het sociaal en maatschappelijk aanvaardbaar zijn van de
werklozen is een punt waar spreker de heer Jager gaarne in steunt.
Het dient inderdaad de grootst mogelijke aandacht te hebben om er
voor te zorgen dat de werkioze zich niet een displaced person in
onze samenleving qaat voelen. Als men door gemeenteiijk optreden
zou kunnen bereiken dat daarin een bijdrage zou kunnen worden gele-
verd - op welke manier dan ook, of dat door ruime interpretatie
van artikelen geschiedt of anderszins - het doen functioneren van
dezemensen op andere dan zuiver economische wijze, dan is dat on-
getwijfeld een waardevol goed. Vandaar dat spreker naast de heer
Jager gaarne een beroep doet op het college daaraan volle aandacht
te geven.
De heer Jaqer kan ten aanzien van het doelmatigheidsonderzoek
voor een belangrijk deei instemmen met hetgeen de heer De Ruiter
daarover heeft gesteid en aan de andere kant ook met wat het col-
lege daarover naar voren bracht. Spreker wil echter gaarne duide-
lijkheid hebben van het college of de interpretatie die de heer
Schlatmann heeft gegeven aan het antwoord van het college, dat er
een in principe-toezegging zou zijn van het coliege tot dat doel-
matigheidsonderzoek, juist is.