27 november 1975 244 Mêt de heer De Ruiter zou sprekers fractie daar bezwaar tegen hebben als die principe-toezegging nu zou zijn gedaan. Mêt de V.V.D.fractie is spreker van oordeel dat een organisatiewijziging van het gemeente- iijk apparaat wellicht zelfs noodzakelijk zou kunnen blijken te zijn als men met het integrale beleidsplan gaat werken. Hij nelooft echter dat om tot die aanpassinq te komen, het middel van dat organisatie- onderzoek door een onafhankelijk bureau onjuist zou zijn. De door- lichting van een apparaat door een dergelijk ornanisatiebureau bete- kent vrijwei aitijd - de ervaringen elders leren dat duidelijk - het creëren van een grote mate van tijdsbeslag oo de werkzaamheid van het apparaat. Het betekent bovendien - dat is eigeniijk nog belanq- rijker - het creëren van grote onrust in het apparaat en het daar- door geheel of qedeeltelijk stil komen te liggen van het werk. Fr gaat meer - dat is een effect dat vaak optreedt - gesDroken worden over de eigen oositie en de gevolqen die dat organisatie-onderzoek weilicht zouden kunnen gaan krijgen voor de eigen positie dan dat er gepraat gaat worden over inhoudelijk werk, en dat is een gevaarlijke ontwikkeling. Spreker is bovendien ook niet van het nut van derqelij- ke organisatieonderzoeken overtuigd, zeker niet als men ze relateert aan de aanzienlijke kosten die daar altijd aan zijn verbonden. De uitkomsten van dergelijke organisatie-onderzoeken zijn meestal zeer miniem. Spreker acht een betere werkwijze om hetzelfde doel als wat de V.V.D.-fractie voor ogen staat te bereiken, om op basis van het eenmaal door de raad vastgestelde integrale beleidsplan geleideiijk aan in een procesmatige aanpak te komen tot de benodigde - op basis van die uitspraken die de raad dan gedaan heeft - aanpassing van het apparaat. Als men als bestuur van deze gemeente een wens^heeft uit- gesproken ten aanzien van het te voeren beleid od een geîntegreerde wijze, dan betekent dat automatisch dat er een verandering van de vraag van dit bestuur aan het ambtelijk apparaat ootreedt. Dat bete- kent dat de mensen die in dat apparaat zitten zullen ontdekken, dat ze op een andere wijze zullen moeten functioneren met elkaar om aan die vraag te kunnen voldoen. Spreker gelooft dat door het op die ma- nier geleidelijk aan te pakken, er een creatieve samenwerking binnen het apparaat zal kunnen gaan ontstaan om tot die aanpassing van de organisatie te komen en hij rneent dat daardoor een betere garantie wordt gekregen voor een juiste aanpassing van het aoparaat, zonder dat daar Dersooniijke problemen een te grote roi qaan spelen. Hij geiooft dat dat met zich meebrengt dat de uiteindel.ijke acceptatie van de gewijzigde organisatievorm, op basis van de vragen die het bestuur stelt, veel groter zal zijn. Dit is de motivatie waarom spre- kers fractie geen behoefte heeft aan een onafhankelijk organisatie- onderzoek van buiten. Wel heeft zij behoefte, en dat zal dus blij- ken bij de behandeling van het beleidsplan of riaarna, aan een aan- passing van het apparaat aan de uitvoering van die taken die dan worden gevraagd. Wat betreft de invloed van lokaie bestuurders in het nationale be- leid meent spreker voor een belangrijk deel on dat Dunt met de voor- zitter od één iijn te zitten. Wel maakt spreker de kanttekening, die de voorzitter ook min of meer heeft gemaakt, dat hij er bepaald niet voor pleit de dubbelfuncties van kamerlid-raadslid, wethouder-kamerlid of burgemeester-kamerlid

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1975 | | pagina 35