247 27 november 1975 De wethouder heeft daarbij gesteld dat bij de toepassing van de socia- le wetgevi ng in Heemstede een uitkering on het moment wordt stopgezet als door de werkzaamheden die een werkloze zou verrichten hij niet meer volledig ter beschikking zou staan van de arbeidsmarkt. Spreker wijst daarbij op het aspect dat naar zijn oordeel die uitkering niet stopgezet zou moeten worden als de desbetreffende werkloze steit dat hij wel een part-time baan wil aanvaarden en voor de rest werkzaam blijven in de sector waar hij in zijn werkloosheidsperiode mee begon- nen is. Dat betekent dan natuurüjk ook dat hij part-time betaaid wordt. Ten aanzien van de muziekschool zou spreker gaarne willen weten wat de verklaring van het college betekent dat het behoefte heeft aan nader beraad met betrekking tot de subsidiëring van de muziekschoolEr is thans een post op de begroting opgevoerd en spreker zou gaarne willen weten wat deze verklaring betekent ten aanzien van de op die begroting opgevoerde post. In de eerste plaats gelooft spreker dat we een mis- schien toekomstige deelname aan de gemeenschaopelijke regeling van de regionale muziekschoolmoeten gaan loskoppelen van thans noodzakelijke subsidiëringsaktiviteiten van onderwijs, dat Heemsteedse kinderen op dit moment al od de Haarlemse muziekschool volgen. Inzake het antwoord op sprekers vraag naar de initiatieven van het col- lege met betrekkinq tot het weizijnsbeleid is hij het met de wethouder eens dat in dat kader natuurlijk ook onmiddellijk het beleidsplan aan de örde komt. Spreker heeft daar ook waardering voor. Over één punt is hij wat minder tevreden, namelijk de inschakelinq van het O.D.R.P. wordt door hem niet gezien als een tegemoetkoming aan de suggestie, die hij vorig jaar in zijn alqemene beschouwingen ten aanzien van beleidsonder- steunende mankracht voor het formuleren en uitvoeren van een integraal welzijnsbeleid heeft bedoeld. Spreker meent dat dit qeen adekwate be- antwoording is van de vraag die hij heeft gesteld. De bedoeling van zijn fractie is dat er een poging wordt gedaan, omdat zij van mening is dat er binnen ons anoaraat - dat is geen verwijt aan wie dan ook binnen dat apparaat - onvoldoende know how aanwezig is met betrekking tot het formuleren van een derqelijk welzijnsbeleid. Hij heeft vorig jaar uit- gebreid gesoroken op welke wijze men daar misschien wel in zou kunnen voorzien. Hij wil daarom vastgesteld zien dat dat bepaald niet tegemoet komt aan de wens die hij op dat Dunt had. De heer Schlatmann heeft gesproken over het verminderd - in het kader ook van de criminaliteit - normbesef dat zich in onze maatschaopij voor- doet. Soreker wil vaststellen dat verminderd normbesef wel altijd uit- gaat van de eiqen normen die men stelt. Hij heeft het idee dat daarover 1n oeze raad niet zo zeer met elkaar is gesDroken. Daarom vindt hij dat een noqal algemene kreet in die zin, dat spreker meent dat het enigszins afhangt van de positie die men in de maatschappij inneemt of welk nor- menpatroon men aanhangt, en of men inderdaad kan soreken van verminderd normbesef. Ten aanzien van de polarisatie heeft de heer Schlatmann gesteld dat in de polarisatie zoveel afgunst steekt. In het verleden heeft spreker al eens een uiteenzettinq gegeven over wat van de kant van zijn fractie onder polarisatie wordt verstaan; dat wil hij niet herhalen. Overigens meent hij dat op zich een stelling, dat in polarisatie een stuk afgunst zit, natuurlijk vrij gemakkelijk is als men aan de goede kant van de streep staat. Hij gelooft dat ook dat in de overweqingen dient te worden betrokken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1975 | | pagina 38