3e afd.
28 november 1975
le WIJZIGING VERORDENING ONROEREND-GOEDBELASTINGEN
128
Heemstede, 4 november 1975.
Aan de Raad,
In onze memorie van antwoord omtrent het afdelingsverslag betreffende
de begroting 1976 hebben wij toegezegd u voor te stellen om over te
gaan tot algeheie afschrijving van de restant boekwaarde van de uit-
breiding en verbouw vari het raadhuis en wel ten laste van de reserve.
Deze boekwaarde bedraagt per 1 januari 1976 f 2.111.500,--.
Als kapitaallasten inzake dit activum zijn in de ontwerp-begroting
1976 ten laste van hoofdstuk II van de gewone dienst (voignr. 2.0.140)
geraamd:
Rente 7,5% van 2.111.500,— f 158.362,50
Afschrijving 54.500,--
f 212.862,50
Na afschrijving van de boekwaarde wordt dit onderdeei van deze post
nihil. Echter de geraamde ontvangst van de rente van de reserve op
hoofdstuk VII van de gewone dienst moet dan eveneens met f 158.362,50
worden verlaagd, zodat per saldo de gewone dienst met f 54.000,-- wordt
ontlast.
Voorts hebben wij toegezegd hieraan een voorstel tot verlaging van de
onroerend-goedbelastingen te willen verbinden.
Het iijkt ons aanbeveling te verdienen, een zodanige tariefsverlaging
tot stand te brengen, dat de verhouding van de onroerend-goedbelasting
tussen gebruikers en zakelijk gerechtigden gelijk wordt aan de verhouding
van de maximaal toegelaten heffingsbedragen voigens artikel 273 van de
gemeentewet. Deze maxima bedragen voor de gebruikers 12% van de aigemene
uitkering uit het gemeentefonds minus de uitkering voor sociale zorg en
voor de zakelijk gerechtigden 15%. Bij deze verhouding zal een even-
wichtiger lastenverdeling tussen gebruikers en zakelijk gerechtigden ont-
staan, mede gezien het feit dat de rioolbelasting uitsluitend van zakelijk
gerechtigden wordt geheven.