(l
130
b. het bedrag, dat overeenkomstig het krachtens artikel 55bis der wet
per leerling vastgestelde bedrag in verband met het gemiddeld aan-
tal leerlingen der scholen over 1974 beschikbaar is gesteld voor
de sub a bedoelde uitgaven voorlopig vast te stellen op
697 1/3 x f 264,25 f 184,277,3/
c. het verschil tussen de in sub a en b genoemde bedragen voorlopig
vast te stellen als volgt:
het bedrag sub a is /618,48 meer dan het bedrag sub b.
HEEMSTEDE, 28 november 1975.
De Raad voornoemd
De secretaris,
De voorzitter
~D
4e afd.
28 november 1975