28 november 1975
133
4. Een dringende reden, die een beperking van het meest doelmatige
gebruik rechtvaardigt, is aanwezig indien door het voorgenomen andere
gebruik - gelet op de ligging van de grond of het bouwwerk - het ge-
bruik van gronden en bouwwerken in de omgeving in ernstige mate zal
worden verstoord, dan wel anderszins op de gebruikswaarde van deze
gronden en bouwwerken in ernstige mate inbreuk zal worden gemaakt en
niet door het stellen van voorwaarden of op andere wijze zodanige
stoornis of inbreuk zal zijn te voorkomen.
5. Een vrijstelling als bedoeld in lid 3 wordt niet verleend, dan na-
dat de Raadscommissie voor Openbare Werken en de Raadscommissie voor
de Volkshuisvesting, de Ruimtelijke Ordening en de Recreatie zijn ge-
hoord en dan nadat belanghebbenden gedurende 14 dagen gelegenheid is
geboden om tegen het voorgenomen andere gebruik bezwaren in te dienen.
Van het voorgenomen andere gebruik en de mogelijkheid voor belangheb-
benden daartegen bezwaren in te dienen geven burgemeester en wethou-
ders kennis aan de eigenaren en gebruikers van de aangrenzende gron-
den en gebouwen en openbare kennis in een of meer dag- of nieuwsbla-
den die in de gemeente worden verspreid. In deze bepalingen wordt
onder belanghebbende verstaan een ieder die persoonlijk belang heeft
bij de voorgenomen verandering van het gebruik.
6. Indien de aan de voorschriften verbonden voorwaarden niet worden nage-
leefd, v/ordt het betrokken met de bestemming strijdige gebruik geacht
plaats te vinden zonder vrijstelling.
HOOFDSTUK III. GVERGAMGS- ETJ SLOÏBEFALIMC-EM.
Aptilcel 14. Voortzetting bestaand Rebruik.
Onbebouwde gronden en bouwwerken die bij het van kracht worden van het
plan in gebruik zijn voor andere dceleinden dan waarvoor zij blijkens
de bestemming ingevolge het plan mogen v/orden gebruikt, mogen voor die
doeleinden in gebruik blijven.
Artikel 15- Gedeeltelijke vernieuv/inp; of verandering van bestaande
bouw'.verken.
Bestaande bouwwerken, die door hun bestaan als zodanig, hetzij door hun
afmetingen niet voldoen aan de bestemmingen van het plan of aan één of
meer bepalingen dezer voorschriften, mogen gedeeltelijk worden vernieuwd
of gedeeltelijk worden veranderd met dien verstande dat:
a. vernieuwing of verandering van bouwwerken ten behoeve van een voorge-
nomen ander gebruik slechts is toegestaan indien ook dat andere ge-
bruik overeenstemt of althans minder strijdig is met de bij dit plan
aan de grond gegeven bestemming;
b. reeds bestaande afwijkingen van de bepalingen van dit plan, ook naar
hun aard, niet mogen worden verqroot.
Artikel 16. Herbouw na calamiteit.
1. Bouv/werken als bedoeld in artikel 15 mogen - behoudens onteigening
overeenkomstig de wet - in geval van verwoesting ten gevolge van een
calamiteit geheel worden herbouwd met dien verstande dat het bepaalde
in artikel 15 onder b op overeenkomstige wijze van toepassing is.
-12-
4e afd.