277
28 november 1975
betrekkend de mogelijke invloed van de stijging van de ouderbijdra-
gen. Gaarne zou zij de resultaten van dit onderzoek, tegelijk met het
ongetwijfeld weer op komst zijnde voorstel om de ouderbijdragen voor
het schooljaar 1976/1977 opnieuw te verhogen, ontvangen.
De heer Kettenis vond het antwoord op vraag 15 bijzonder piezierig
en uitvoerig/ Uitfîoofde van het feit dat hij misschien meer dan het
gemiddelde raadslid belangstelling voor dit gebied heeft, kan hij van-
uit dat gebied melden dat er in Heemstede een voortreffelijke tand-
heelkundige zorg is ten aanzien van de schooltandheelkunde. Menige
gemeente is daar - terecht dacht spreker - jaloers op. Indertijd', toen
wethouder Verkouw nog dit gebied behartigde, heeft Heemstede zich niet
voor niets wat voorzichtig opgesteld ten aanzien van het meedoen aan
de schooItandheelkundige dienst in de regio, omdat het eenvoudig zo
goed ging bij ons. Mêt de heer De Jong is spreker van oordeel dat wij
natuurlijk de doelmatigheid v/el degelijk in de gaten moeten houden en
dat een onderzoek zoals door hem naar voren gebracht gewenst zou kun-
nen zijn, maar spreker meent dat men in dit verband niet alleen moet
letten op kosten, juist ook omdat de schooltandheelkunde zo'n voortref-
felijk instituut is in onze gemeente.
Wethouder Reeringh stelt dat er inderdaad in feite in deze drie soor-
ten kinderen zijn. Dat zijn de kinderen van ouders die een particuliere
bijdrage betalen, dekinderen waarvoor het ziekenfonds de kosten draagt
en de kinderen die niet meedoen. Over die laatste kategorie bestaat mis-
schien emge onduideiijkheid. Het college heeft destijds besloten de ge-
bitten van de niet aangesloten kinderen jaarlijks één keer te laten be-
kijken. De kosten daarvan zijn voor rekening van de gemeente. Op grond
van die bevindingen - dat is dus geen behandeling - worden de ouders ge-
nformeerd omtrent de toestand van het gebit van hun kinderen.
Het coilege heeft met redenen omkleed aangeqeven waarom een dalende lijn
te onderkennen is. Mevrouw Borghouts heeft daarbij gesteld dat zij bij
het aangeven van de motieven voor die dalende lijn niet het argument
terug vindt dat eventueei zou kunnen bestaan vanuit de kostenstijgingen.
Het 1ijkt spreker moeilijk nu ai, juist met betrekking tot dat aspect
van de argumentatie, een onderzoek toe te zeggen. Dat lijkt hem wat pre-
matuur. Spreker zou er de voorkeur aan willen geven om die zaak in een
later stadium nog eens in de commissie te laten behandelen. In dit ver-
band zegt spreker toe dat, gezien het feit dat op 1 december de jaar-
njkse commissie-vergadering voor de schooltandverzorging plaatsvindt
hij zeker bereid is dit aan de orde te stellen.
Met betrekking tot de apparatuur en de vorm van behandeling vindt spre-
ker het prettig dat de heer Kettenis heeft gekonstateerd dat de school-
tandverzorging zich hier op een uitstekend niveau bevindt. Inderdaad is
het zo dat spreker van deskundigen oök begrepen meent te hebben dat de
verplaatsbare instaliatie die we hier hebben, vollediq tegen ziin taak
is opgewassen.
Het aspect van de kosten is ook door de heer De Jong naar voren gebracht.
Als de daling van het aantal kinderen dat niet particulier is, zich
voortzet dan vreest hij dat de kosten voor de particuiieren hoger worden,
waarin inderdaad een gevaar zou kunnen zitten. De werkelijke konsekwen-
ties wii spreker nog eens op een rijtje zetten en daarover wil hij dan
later met de heer De Jong van gedachten wisselen. In dit verband merkt
spreker op dat hij voornemens is over niet al te lange tijd het aspect
dat hierin zit van de mogelijkheid tot regionalisering eens te qaan be-
spreken.
