282
De heer Jaqer vindt dat een besluit over al dan niet saneren van
woninqen geîasiërd moet zijn op een exacte rapportage over de toe-
stand van die woningen, maar niet op basis van vage uitlatnngen van
deskundigen, hoe geloofwaardig ze in eerste instantie ook moge over
komen.
Wethouder Willemse merkt inzake de verwachting omtrent de^twee
komplexen od dat wanneer het colleqe in een beginstadium zel.s maar
plannen zou wiilen gaan voorbereiden, er dan natuurlijk yeel meer op
tafel komt. Op dit moment acht spreker dat niet zo zinvol.
De heer Van der Hulst vindt dat wêl van groot belang. Als men be-
sluit tot het amoveren van woningen, dan heeft dat vêrqaande konse-
kwenties voor de mensen die er in wonen. Dan moet men datjn een zo
vroeq moqelijk stadium, zelfs als men het woord "amoveren al uit-
spreekt, schriftelijk hard maken dat het moet gebeuren, want men moet
dat straks ook tegenover de mensen waar kunnen maken.
Wethouder Willemse is het daar mee eens, maar vindt dat men dan^
eerst de ideeen op 'ta'fel moet hebben, wat men daarvoor zou kunnen gaan
neerzettenenzovoort. Op dat moment kan men natuurlijk ook verder
gaan.
De heer Van der Hulst is mêt de heer Jagervan oordeei dat die uit-
spraak niet in het antwoord had mogen staan als deze niet gebaseerd îs
op een duidelijke schriftelijke rapportage van deskundigen.
Wethouder Willemse zegt dat het coHege dat in nader beraad zal
nemen
Punt 30.
Mevrouw Borghouts neemt aan dat de resultaten van de proefperiode
ook in de commissie voor openbare werken zullen worden besprof.en.
De beslissing geen proef aan de Scheldelaan en Ir.Lelylaan te nemen,
omdat niet alle huurders zich met de gestelde voorwaarden konden ver-
eniqen, stelt haar enigszins teleur. Zij meent namel i jk dat de ™ur-
ders die deze mening waren toegedaan, het gelijk aan hun zijye hadden.
Het v;are beter geweest de voorwaarden minder stringent te maken, mis-
schien dat dan pas van een echte proef kon worden gesproken.
Wethouder Willemse merkt op dat de proefperiode nog niet om is.
Deze loopt tot 1 mei 1976. Over de vraag of de voorwaarden te stringent
waren, wil spreker gaarne diskussiëren in de commissie.
Mevrouw Borghouts gaat het er juist om dat een aantal mensen niet
aan deze proefperiode hebben deelgenomen omdat ze de voorwaarden te
stringent vonden.
Wethouder Willemse zegt dat het coliege oo dat moment van oordeel^
was dat deze voorwaarden niet te stringent waren. Men neemt een proet
over een heel seizoen want het heeft geen zin dat voor een paar maan-
den te doen. Vandaar dat het college na afloop van deze penode deze
zaak nog eens wil bezien, omdat het dan enige ervanng heeft opgedaan.
Punt 32.
Mevrouw Borqhouts zegt dat deze vraag van eenvoudige aard was. Haar
fractie gaf een mog'elijkheid aan als taakverlichting en vroeg dte mo-
qeliikheid in overleg met de hoofden der scholen te overwegen. Het
antwoord van het college is een abrupt "nee", omdat de noodzaak
28 november 1975