285
28 november 1975
wijs, de part-time leerkrachten die uitgaan boven datgene wat de
rijksvergoeding aan mogelijkheden geeft, enzovoort. Het is dus
heel goed mogelijk dat de gemeentelijke overheid in zijn eigen
onderwijsbeleid maatregelen neemt die juist tegemoetkomen aan de
mogelijkheden voor het schoolhoofd aan dat onderwijsbeleid op zijn
eigen school wat te doen. Spreker meent dat dit de achtergrond is
van de vraag van mevrouw Borghouts, dat zij zich afvraagt of het
aanstellen van part-time leerkrachten om het hoofd te ontlasten
het enige middel is of dat ook die administrateur daar een bij-
drage aan zou kunnen leveren.
Wethouder Willemse zeqt toe deze zaken nog eens in een volgende
commissievergadering van onderwijs wat dieper te zulien bespreken.
Punt 36
Mevrouw Borghouts dankt voor de specificatie van het aantal
kinderen dat vormen van buitengewoon onderwijs volgt. Haar fraktie
zou gaarne de toezeqging van het college willen hebben dat deze
opgave elk jaar gegeven wordt, zodat men in het geheel een beter
inzicht kan krijqen. De cijfers hebben haar verbaasd, vooral het
hoge aantal debielen en het hoge aantal kinderen dat voortgezet
1.o.m.-onderwijs volgt. Zij geîooft echter dat de raad niet de
meest geschikte plaats is hierover te spreken en wil er daarom in
de commissie op terug komen.
Spreekster is verheugd over het feit dat Heemstede bereid is deel
te nemen in de paramedische begeleiding, die nu geheel voor reke-
ning van Haarlem komt. Zij wacht gaarne het voorstel van het col-
lege af en hoopt dat er rekening mee wordt gehouden dat niet aileen
de marginale kosten moeten worden berekend, naar ook een deel van
de overheadkosten.
Wethouder Wiliemse heeft er geen moeite mee om de gevraagde ge-
gevens regelmatig te verstrekken. Voorts zegt spreker dat het
college zai afwachten welke kosten Haarlem ons berekent. Dan kan
het college beoordelen wat in het kader van de mogelijkheid die
ons nu weer geboden is - hij gelooft dat we verheugd mogen zijn
dat er weer plaats is voor onze 1.o.m.-kinderen op de scholen -
daar tegenover moet staan. Wanneer de rekeningen worden ontvangen
zal het coilege die vergelijken en in goed overleg eventueel tot
een oplossing komen.
Punt 37
De heer Van der Wal merkt op dat in deze vraag wordt gerefe-
reerd aan de vorig jaar toegezegde subsidienota. Spreker ver-
wijst in deze naar de notuien van de alqemene beschouwingen en
het antwoord van het college, waarin vorig jaar een subsidieno.ta
is toegezegd, waarbij alleen werd aangetekend dat men verwachtte
dat deze niet jji het jaar zou komen. Wat dat betreft beqrijot hij
dat er zoveel werk is dat men zal moeten betwijfelen of dat in
het komende jaar kan worden uitqebracht. Hij houdt het coilege
echter aan zijn toezegging en hooot in deze zittingsperiode die
nota te kunnen behandelen.
De heer Jager zegt dat het college vorig jaar wel degelijk in
principe heeft toegezegd dat het bereid was een subsidienota te
gaan opstelien. Het heeft daarbij gesteld dat gezien de werkzaam-