263
28 november 1975.
in absolute onzekerheid verkeert ten aanzien van wat dit rapport
zal gaan behelzen. Spreker hoopt dat ook bij de heer Van der Hulst
daarvoor begrip bestaat. Persoonlijk is spreker van oordeei dat
als uit het rapport blijkt dat de in Heemstede gevolgde methode in-
derdaad zeer gunstig is, hij zich zou kunnen voorstelien, gezien
het enorme belang van deze kwestie, dat het coliege dan inderdaad
met een kredietaanvraag zal komen.
De heer Klos meent dat men toch wel kan konkluderen dat er in
ieder gevai een kredietaanvraag zal moeten komen om de gasiekken
te bestrijden; of onze methode al dan niet goed is, men kan dit
niet zo maar laten liggen en afwachten.
Wethouder Reeringh zegt dat er natuurlijk al veel aan gedaan
wordt, maar dat deze kwestie thans nog enigszins verborgen is in
de schoot van het rapport. Als het rapnort zou uitwijzen dat de
hier gevolgde methode niet gunstig is of onbevredigend, dan vindt
spreker dat er in wezen een andere essentiële situatie is ont-
staan waarbij dan twee punten komen vast te staan. Enerzijds dat
het nodig is veel zorg en aandacht, en dus ook geld, te besteden
aan de gaslekbestrijding, terwijl men in dat geval anderzijds zou
weten dat men on de verkeerde weg is. Spreker geiooft dat hij zich
over de situatie die alsdan biijkt te zijn ontstaan, nog niet kan
uitspreken. Dan wil hét college zo spoedig mogeiijk met onder an-
dere de commissie bij elkaar komen om de zaak onnieuw te bezien.
Spreker meent echter dat dit anticiDeren is on iets wat we nog niet
kunnen weten.
De heer De Jong vraagt of er inmiddels iets bekend is over een
datum waarop het rapport gepubliceerd gaat worden.
Wethouder Reeringh: "Over een maand of 5".
Punt 2
De heer De Jong heeft bij de behandeling van de begroting voor
de gas-, water- en elektriciteitsbedrijven in de commissie, een op
1974 betrekkinq hebbende boeking gezien waaruit bieek, dat de ge-
meente Amsterdam een tariefsverhoging, die zij in het vooruitzicht
had gesteld en die ook oorsnronkelijk in de raming van de begroting
was opgenomen, achteraf in een tariefsverlaging heeft omgebogen het-
geen resulteerde in een terugontvangst van een bedrag van ongeveer
f 80.000,--. Nu heeft het college in de beantwoording van de des-
betreffende vraag gesteld dat de aanwending van dit soort meeval-
lers, die zeer incidenteel voorkomen, gerealiseerd zou kunnen wor-
den do'or het opnemen in de reserve en dat bij die reserve eventueel
te denken valt aan de nieuwbouw. Spreker vindt deze beantwoording
qua strekking wel juist, maar vindt dat er iets teveel modaliteit
in zit; hij had graag een wat meer toegesDitste beantwoording ge-
zien ten aanzien van nieuwbouw. Snreker zal gaarne vernemen of hier
het nieuwe gebouw voor het geïntegreerde bedrijf bedoeld wordt.
Voorts merkt spreker op dat in het antwoord wordt gesteld: "voor
een reeks van jaren een lager bedrag voor kapitaalîasten in de ex-
ploitatierekening worden opqenomen, zodat de tarieven laqer kunnen
zijn". Ook daarin wordt weer een zekere modaliteit uitgesproken.