300
XXWoonruimteverordening en Meldinqsverordeninq vrijkomende wo-
woningen(vo1gnr.125)
De voorzitter deelt mede dat de commissie voor de strafverorde-
ningen zich met het voorstel kan verenigen.
De fractie van de heer Rücker is het zowel met het doel als de
inhoud van deze beide verordeninqen van harte eens. Het is een
trieste zaak dat het zo'n geruime tijd na de oorlog nog steeds no-
dig is dergelijke maatregelen te nemen om de zaak te coördineren.
Mede oorzaak hiervan is natuurlijk de destijds door staatssecreta-
ris Schaefer uitgevaardigde aanschrijvingvraardoor het vat van
het qemeentebestuur op het beleid in zijn totaliteit wat op de
tocht is komen te staan. Spreker kan zich niet. onttrekken aan de
indruk dat die aanschrijving destijds wat weinig, althans niet
voldoende en gedegen voorbereid, in zee is qegaan en men niet de
konsekwenties in al zijn merites heeft onderkend.
Spreker merkt op dat in artikel 6, sub 1 lid b, onder meer wordt
gesnroken over woningen die een huur hebben die beneden een be-
paald niveau liggen, dus beneden f.375,-, welk bedrag, naar hij
heeft vernomen, één dezer dagen zal worden verhoogd tot f.425,-,
en waarbij dan de basis is, de laatste huur die betaald is door de
huurder die on dat moment de woning verlaten heeft.
Nu kent de Huurwet ook nog zoiets als een categorie-verklaring.Een
categorie-verklaring is een verklaring die de Huuradviescomnissie
afqeeft op aanvraaq van een eigenaar voor woningen die een bepaald
komfort hebben ten aanzien van afmeting, van sanitaire voorzienin-
gen en wat dies meer zij. Mu kan het natuurlijk voorkomen dat een
eigenaar reeds bij voorbaat voor een verhuurde woning zo'n catego-
rie-verklaring aanvraagt, en verkrijgt, en dan de konsekwenties
daarvan niet direkt kan realiseren, maar dat wel kan doen op een
moment riat de woning ontruimd wordt, en dan is de konsekwentie van
het in bezit hebben van zo'n verklaring dat die huur volkomen vrij
is. Het wil spreker voorkomen dat in dergelijke gevallen de konse-
kwentie van deze vergunningsweigerinq ten opzichte van deze huizen
niet kan worden gerealiseerden dan zou het nuttig kunnen zijn de
redactie van artikel 6, sub 1 lid b, aan te vullen.
Ook de fraktie van de heer Jager is uitermate verheugd met het
op tafel liggen van deze beide verordeningen. Zij heeft daar in
het verleden in een ander kader al eens voor gepleit. Spreker nierkt
op dat in de commissie ook nog is gesproken over de in artikel 3
van de Woonruimteverordening genoemde nadere voorschriften die het
college zou kunnen geven. Er is met name gesproken over een aantal
redaktionele punten, waarvan hij aanneemt dat de raad de uitslag
van het beraad daarover in het college, te horen krijgt. Een ander
punt van belang is de kwestie van de publikatie. Sprekers fractie
heeft in de commissie gesteld dat onlosmakelijk aan het feit dat
deze verordening is vastqesteld en gepubliceerd zal moeten worden,
is verbonden dat. ook die nadere voorschriften gepubliceerd zullen
moeten worden. Hij meent dat dit daaruit logisch voortvloeit.Gaar-
ne verneemt hij wat het college ondertussen on dat punt heeft be-
sloten. Voorts wil hij aandringen on een zodanige wijze van publi-
katie van deze verordeningen, dat die in een misschien wat minder
juridisch maar beqrijpelijke vorm voor een ieder leesbaar wordt in
de Heemsteedse pers. Hij gelooft dat dit van belang is om geen
28 november 1975