28 november 1975
valse verwachtingen te wekken, maar om nadrukkelijk duidelijk te
maken wat de merites zijn van deze verordening.
Wethouder Reeri ngh is mêt de heren Rücker en Jager verheuqd dat
deze verordeningen thans ter tafel 1iggen.Spreker meent dat er geen
enkel bezwaar tegen bestaat, dat het zelfs zeer gewenst is, dat'pu-
bhkatie van deze voorschriften in de lokale pers plaats vindt.
Spreker heeft uit de notulen van de commissie oogemaakt dat nog als
eventueel bezwaar naar voren is gebracht dat het wellicht bepaalde
verwachtingen zou kunnen wekken die dan later niet gehonoreerd zou-
den kunnen worden. Hij gelooft dat daaraan niet zo zwaar getild zou
moeten v/orden en dat het bezwaar, als het al eventueel zou gelden,
in elk geval zou moeten wegvallen bij het veel grotere belanq dat
met wel-publîceren wordt gediend.
De opmerking van de heer Jager betreffende een vertaling van deze
regelen in een wat begrijpelijker taal onderschrijft spreker. Hij
zou zich kunnen voorstellen riat, in overleg met de desbetreffende
ambtenaar, bijvoorbeeld een vouwblad wordt samengesteldzodat ie-
der die daar belangstelling voor heeft, daarvan zou kunnen kennis
nemen. Spreker zal hierop nog terugkomen, doch wil namens het col-
'ege toezeggen dit te zullen onderzoeken.
Spreker merkt op dat de heer Rücker een relatie heeft qelegd tus-
sen artikel 8 van de Huurwet en artikel 6 sub b van de'verordeninq
Spreker meent dat op grond van wat in artikel 8 van de Huurwet staat,
de verhuurder van een vooroorlogse woninq bij het aangaan van een
meuwe huurovereenkomst, met een nieuwe huurder dus, de huurprijs
vrij kan overeenkomen als de Huuradviescommissie on verzoek van de
verhuurder van de woning een categorie-verklaring heeft afqeqeven
Dat is tbn de verklaring dat de woninq aan de door de minister qe-
stelde eisen voldoet of zal voldoen. Dat is een beschkking geweest
e-t iT al de huurprijs van die woning met toepassing van
artikel 8, lid 1, van de Huurwet boven die grens ligqen - die qrens
zal overigens ner 1 januari f.430,-- worden - dan is geen vergunninq
nodig, met andere woorden, dan valt de woning niet meer onder arti-
kel 1 van de Woonruimtewet en dan is derhalve ook de Woonruimteveror-
dernng, op grond van artikel 2, lid 1, niet van toepassinq.
Het door de heer RUcker genoemde artikel 6 van de verordeninq is
evenals de daaraan voorafgaande artikelen 4 en 5, uitsluitend van be-
lang voor de woningen waarvoor een vergunning is vereist. Spreker
meent dat wellicht daardoor het bezwaar zou kunnen zijn vervallen.
steld wordt dat^e huurprijs riie het laatst betaald is de basis is,
dus toch ter voorkoming van moeilijkheden, deze redaktie zou kunnen
aanvullen en daardoor in ieder geval een begripsverwarrinq uit de
weg kan gaan. Als de wethouder echter meent dat dit op juridische
ne^iï^chikken0^1'96 aktiviteit is' dan wil spreker zich daar gaar-
Wethouder Reeringh gelooft dat de redaktie goed is. Als de heer
Rucker echter meent dat er toch enige grond voor twijfei is, dan zal
spreker de redaktie in elk neval non even nader bekijken.
^De heer Jager vraagt naar de publikatie van de nadere voorschrif-
Wethouder Reeringh zegt dat het college die er bij zal betrekken.
ct- h08^R!jC!?e! meent dat men' ondat in 5 nadrukkelijk ge-