266 betrekken"Spreker meent dat het uit overwegingen van overzicht en verstandig bestuur beiangrijk is om ook het gebied, dat in vraan 5 genoemd wordt, mee te nemen in de beschouwingen zoals die zijn neer- gelegd in het antwoord op vraaq 29. Wethouder Willemse voelt daar niets voor. De sDortparken vormen een beoaalde eenheid waarvoor gekwaiificeerd en gespecialiseerd per- soneel aanwezig is. Datzeifde qold voor de ligweiden van het zwem- bad. Doordat echter bij de ligweiden ook een vnj oroot niantsoen- qedeelte is beqreoen, dat door de piantsoenendienst werd onderhouden, heeft het college het 1n tweede instantie toch beter gevonden, mede ook op verzoek van de piantsoenendienst - het personeel van de Soort stichtinq maaide alleen; kanten knipoen enzovoort werd niet gedaan, want daar zijn de grote machines niet qeschikt voor - dat deze dienst een stukje van de ligweiden meenam. In nader °ver eq bleek dat beter ook het hele terrein van het zwembad door de plantsoenen- dienst kon worden onderhouden. De heer Kettenis zegt dat het zijn bedoeling is dat het colleqe in die totaliteit, zoals neergelegd in het antwoord op vraaq 29, het qebied van het zwembad mede betrekt en dan gaat afwegen of het inderdaad zinvol is de toestand te laten zoals die nu îs. Wethouder Willemse zegt dit toe. Punt 6 De heer Schlatmann merkt od dat men uit zijn algemene beschou- winqen kan afleiden dat, althans volgens zijn fraktie, het doel- matiqheidsonderzoek als onderdeel van qemeentelijk beleid een ui- terst noodzakelijke zaak is, mede in het licht van de meerjarige beleidsplanning. Spreker heeft uit de toel ichlnng _op het woord "opportuun" begrepen dat het colleqe qeen duidelijke uitspraak doet, maar het koppelt aan tijd. Over dat facet van de zaak heeft snreker ook in zijn' algemene beschouwinqen gesproken. In dit verband be- veelt spreker aan eens kennis te nemen van de rede die Drofessor Kooijman heeft uitgesproken, een objektieve in de zaakniet betrok- ken derde. Wellicht dat dan de kijk op deze zaak wat minder zwaar over komt dan kennelijk in het antwoord ten aanzien van wat spreker betoogd heeft is gebleken. Als men spreker vraagt naar konkrete voorbeelden waaruit bll^b dat een onderzoek nodig is zegt spreker, dat hij gaarne voorbeelden wil noemen, maar dat hij gelooft dat wanneer de signalen er duide- lijk liggen en de zaak scheef zit, dat natuurlijk met de meest ideale kriteria zijn om op een gegeven moment een onderzoek în te stellen. Spreker heeft er voor qepleit datdit soort onderzoeken een essentieel onderdeel van een goed beleid zouden noeten ^ijn. De verworvenheden van de moderne wetenschap, waarvan soreker het qelukkiqe voorrecht heeft qehad die enkele jaren te moqen Droeven, zijn van dien aard dat het bepaald de moeite waard îs dit in de overwegingen te betrekken. Wat betreft de signalen wijst spreker eron - hij doet dat duidelijk niet met persoonlijke bedoelinnen - dat nen die het afgelonenjaar op de secretarie heeft qezien ten aanzien van de door hem gesiqna- leerde kwantitatief volwaardig bemande afdelino waar toch oroblemen liggen, en heeft spreker gedacht aan openbare werken. Spreker vindt 28 november 1975.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1975 | | pagina 5