28 november 1975. 268
Hii is mët de V.V.D. van oordeel dat de organisatiestruktuur fiexi-
bel zal moeten zijn of aangepast zal moeten worden aan de nieuwe
vragen die voortvloeien uit de geïntegreerde beleidsplanmng als
men daarmee gaat werken. Echter het middel van het orgamsatie-
onderzoek acht spreker daartoe niet geëigend.
De voorzitter brengt naar voren dat de heer Schlatmann Jjeeft
aangegeven wat voor soort onderzoek hij gewenst acht, waarbij hij
tevens de beperktheid daarvan heeft onderstreept. Het colleqe wil
het onderzoek koppelen aan een geschikt moment als dat zich voor-
doet, waarbij spreker gisteren namens het college heeft gestela
dat dat zou kunnen zijn in het kader van de meerjarenplanmng. Er
zouden zich verschillende vormen van reaktie opeen dergelijke
meerjaren-aanpak kunnen voordoen die kunnen varieren tot een wer-
kelijk dieogaand onderzoek. Naar sprekers mening bestaan er thans
weiniq aanwijzingen en aanleidingen tot aanpassing van de orgarn-
satie Wat betreft de overbelasting waarover is gesproken zeqt
spreker, dat die zich duidelijk heeft voorgedaan en zich nog voor-
doet, ook in verband met het "huiswerk" dat in het raadhuis ligt
opqetast. Een deel van het werk houdt natuurlijk niet een continu-
aanwezigheid in en men weet dat er taken liggen - dat zal uiter-
aard bij het meerjarenplan nog duidelijker zijn - die în Heemstede
niet aileen een ander accent met zich kunnen brengen, maar ook
andere konsekwenties in de toekomst kunnen hebben. Er zijn een
aantal interessante vragen die voor het college extra arqumenten
opleveren om dit moment niet qeschikt te achten vooruit te lonen
op eventueel belangrijke of minder belangrijke onderzoeken danwel
besluiten op dat stuk.
Wethouder Wiilemse is onaangenaam getroffen dat de heer Schlat-
mann stelt dat openbare werken niet doelmatig funktioneert. Spteker
wil niet zeggen dat daar nooit eens een fout wordt gemaakt en dat
er ook niet bepaalde zaken zijn die voor verbetemng vatbaar zijn,
maar hij meent dat dit iets anders is dan zomaar te stellen dat de
hele dienst niet goed funktioneert. Spreker wil daar thans met
diepqaand oo ingaan, doch wil er duideiijk op wijzeri dat we met
alleen bezig zijn met een integratie, maar dat bij die intearacie
ook duidelijk de organisatie aan de orde komt; dat de sub-werkgroe-
oen onder leiding van het O.D.R.P. dat diepgaand onderzoeken en
dat men de integratie uiteraard mede aannakt om waar nodiq ook elke
tak van dienst binnen deze grote dienst door te iichten. Dat îs
een logisch gevolg van waar we nu mee bezig zijn. Eventueel wat
stroever lopende onderdelen daarvan komen volledig aan de orde.
Het gaat spreker echter te ver om zonder meer te stellen dat deze
dienst niet doelmatig funktioneert.
De heer Schlatmann heeft reeds gesteld dat als de uitdaqing er
is, men een gevolgtrekking krijgt die bepaald niet bedoeld îs.
Spreker heeft duidelijk wilien maken - en die uitdaginq lag er dus
dat zijn fraktie haar formulering van de vraaq od achtergronden
had qebaseerd, niet alleen op eigen waarneming, maar ook op înfor-
matie vanuit de dienst. Spreker heeft er respekt voor dat de wet-
houder meent in ieder qeval voor zijn mensen te moeten onkomen.
Toch vindt spreker in het antwoord van de wethouder elementen terug
dat hij zelf erkent dat er iets schort aan de doelmatige funktio-
nering, niet alieen als gevolg van gebrek aan mensen maar ook daar