29 januari 1976
9
9. de Hoqfdingenieur-directeur van de Rijkswaterstaat in de Directie
Noord-Hoiiand;
10. de directie van de N.V. Nederlandse Sooorwegen;
11. het dagelijks bestuur van het Gewest Kennemerland;
12. de Kamer van KoophandeT en Fabrieken voor Haarlem e.o.
De onder 1, 3, 4 en 6 genoemde instanties en functionarissen hebben
verklaard zich _met het ontwerp te kunnen verenigen.
De Insoecteur van de Ruimtelijke Ordening in Noord-HoTTand en Utrecht
heeft bezwaren tegen de ter-visielegging van het ontwerp voordat het
vooroverleg was afgesloten; hij kan zich evenwel verenigen met de in-
houd van het ontwerp.
Ook de Gewestelijke Raad voor Noord-Holland van het Landbouwschap maakt
bezwaar tegen de korte tijd welke gegeven is voor de beoordeling van het
ontwerp.
ilet betrekking tot deze bezwaren merken wij op dat het ontwerp-plan
inderdaad zeer vroeg ter visie is gelegd; dit hield verband met het feit
dat het voorbereidingsbesluit, hetwelk gold voor de strook ter diepte
van 70 m aan de westzijde van het gedeelte van de Herenweg tussen de
Rivierenwijk en de Manpadslaan, od 1 juli j.l. afliep, terwijT vöör die
datum een aanvraag was ingediend voor het bouwen van enige woningen op
de hiervoor bedoelde kavels. Voor het vooroverieg ontbrak voldoende tijd.
Binnen de termjn van ter-visielegging zijn bezwaarschriften ingediend
door:
1. Koninklijke Kwekerijen G.C. van Meeuwen Zonen, alhier;
2. erven B.J.C. van der Nat, alhier;
3. G. Mastenbroek, aihier,
allen eigenaren van een gedeelte der bij het ontwerp betrokken gronden.
In hun nagenoeg gelijkluidende brieven maken reclamanten er bezwaar te-
gen dat de mogelijkheid van bebouwing van hun grond wordt teniet gedaan.
Zij kunnen zich niet verenigen met de in de toelichting opgenomen argu-
mentatie inzake het tegengaan van 1intbebouwing aan de Herenweg en het
behoud van het uitzicht op de achtergelegen bollenvelden; zij wijzen er
daarbij op dat waarschijnlijk in de toekomst op hun gronden kassen zuT-
len worden gebouwd. Verder stellen zij dat de gemeente bij aanvaarding
van het plan een groot bedrag aan schadevergoeding zal moeten betalen.
-2-
4e afd.
