9
uit de Herenweg een blik kan werpen op de achterliggende boilenvelden.
Stedebouwkundig gezien is dit "gat" een welkome bijdrage aan een af-
wisselend landschapsbeeld van de westeiijke zijde van de Herenweg.
De ruimtelijke wisselwerking tussen open en dicht (bebouwd en/of be-
groeid) aan weerszijden van de Herenweg dient gehandhaafd te worden.
Dit bestemmingsplan beoogt dan ook de instandhouding van de huidige
situatie waarbij de nagenoeg aaneengesioten 1intbebouwing aan de
westzijde van de Herenweg tot staan wordt gebracht. Huidig gebruik
als agrarisch bedrijf is landschappelijk en stedebouwkundig het meest
wensel i jk.
De bouwstrook zoals vermeld in het vigerend plan is in het huidige
concept vervangen door agrarische bestemming, zodat het huidige ge-
bruik gecontinueerd kan worden.
RESULTATEN VAN HET OVERLEG.
In het kader van het overleg als bedoeld in artikel 8 van het Besluit
op de Ruimtelijke Ordening is het ontwerp-bestemmingsplan toegezonden
aan:
1. de Provinciale Planologische Dienst van Noord-Holland
2. de Inspecteur van de Ruimtelijke Ordening in Noord-HoIIand en
Utrecht
3. de Eerstaanwezend-ingenieur der Genie
4. de Rijksconsulent voor HandelAmbacht en Diensten in de provincie
Noord-Holland
5. het Hoogheemraadschap van Rijnland
6. de Hoofdingenieur-directeur voor de Landinrichting in de provincie
Noord-Holland
7. de Gewestelijke Raad van Noord-Holland van het Landbouwschap;
8. de Consulent van de Tuinbouw
9. de Hoofdingenieur-directeur van de Rijkswaters'taat in de Directie
Noord-Holland
10. de Directie van de N.V. Nederlandse Spoorwegen
11. het Dagelijks bestuur van het Gewest Kennemerland
12. de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haarlem en Omstreken.
-10-
4e afd.
29 januari 1976