13 de principe-beslissing over de wijze waarop deze langere termijn visie tot stand diende te komen, is sprekers fractie verheugd dat thans een stuk ter tafel ligt dat de vrucht is van vele uren van intensief over- leg tussen alle betrokkenen. Zijn fractie meent dat het thans voorliq- gende stuk in belanqrijke mate tegemoet komt aan bezwaar en onrust die leefden bij een aantal betrokkenen. Wellicht is nog niet alle onqerust- heid weggenomen, maar hij vraagt de betrokkenen begrip te hebben voor het feit, dat de raad en het college als bestuurders van deze gemeente ook gehouden zijn hun keuzen te plaatsen teqen de achtergrond van een visie op wat langere termijn. Het woord is nu, meent spreker, trouwens toch weer voor een beiangrijk deel aan die direct betrokkenen. Zij zullen tezanen met de nieuwe direc- teur vorm moeten gaan geven aan de toekomstige organisatiestruktuur, uitgaande van deze nu door de raad uitqesproken filosofie. Wat zijn fractie betreft is het daarbij moqelijk, dat als het bedrijf bij het uit- voeren van deze bepaald niet gemakkelijke oodracht zou stuiten op ontwik- kelingen en problemen die er op zouden wijzen dat de gekozen filosofie onbruikbaar, onwerkbaar of onhoudbaar is, het dan aemotiveerd bij college en raad terug zal moeten kunnen komen om aan te geven waarom dat niet zou kunnen. Tenslotte wordt, zoals ook het college stelt, deze beslissing - de langere termijn visie - thans gebaseerd op de huidige kennis en in- zichten; het college geeft ook zelf de fiexibiliteit daarvan aan. De heer Van der Huist zeqt dat zijn fractie geheel staat achter de laatste 6 regels van het voorstel. Tijdens de diskussie in de fractie is wel enigszins de gedachte bovengekomen dat die laatste alinea, wat be- treft woordkeuze, niet geheel overeenstemt met hetgeen onder a beschreven is. Als er onder a andere woorden v/aren gekozen dat zou er misschien geen moeilijkheid geweest zijn. Spreker wil zich er niet aan wagen in deze ver- gaderinq te proberen daar een oplossing voor te vinden, maar het belang- rijkste acht hij dat het college na de inieiding stelt: "Op grond van bo- venstaande beschouwingen enz." Zijn fractie is het dus met de laatste ali- nea van het voorstel van harte eens, alsook met het schema van de over- gangsstruktuur. ,Spreker herhaalt dat zijn fractie van oordeel is dat hetgeen in de laatste alinea van het voorstel staat, niet geheel hetzelfde is als wat daarvoor onder a is gesteld. Voor het overige is ook sprekers fractie verheugd dat die visie nu verwoord is, en wel zodanig dat men daarmee kan qaan werken en daaraan verder kan gaan bouwen. Spreker hoopt dat door de moqelijkheden die de tijd in zich draagt, als straks onder leidinq van een nieuw hoofd van deze beide bedrijven de zaken kunnen gaan ontwikkelen, dat dan de moei- lijkheden die er nog steeds enigszins zitten, geheel kunnen worden opgelost. De heer Van der Wal is verheugd dat thans na vele en uitgebreide besore- kingen met alle betrôïïkenenniet op de laatste plaats middels de werkgröe- pen - de direct belanghebbenden; zijnde de medewerkers - dit voorstel ter tafel is gekomen. Hij meent dat het ten aanzien van de medewerkers van het bedrijf een positief element kon zijn dat zij hebben kunnen waarnemen dat de raad, en zeker de raadscommissie, met zeer grote aandacht deze zaak be- studeerd en besoroken heeft en een open oor heeft qehad voor alle inbreng. Spreker hoopt dat zij daaruit een zekere kracht kunnen putten om de nieuwe opzet tot een goed en positief einde te kunnen brengen. Wethouder Wi11emse brengt naar voren dat dit voorstel inderdaad een voor- lopige afsluiting van een eerste niet zo gemakkelijke fase betekent. 29 januari 1976

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1976 | | pagina 13