50
10 maart 1976
noord-zuidmogel ijkheid lanqs de Leidsevaartweg open zal moeten blijven;
wat betreft de oost-westdoorgang heeft hij begrenen dat in de schetsen
van Stad en Landschap die mogelijkheid is opengelaten via de ventv/eg in
de Zandvoortselaan-west en een slinger over het parkeerterrein bij het
station. In het kader van de scheidinq van het eigen verkeer en het
doorgaand verkeer zou die voor het eigen verkeer toch een rol moeten
kunnen spelen. Daarbij aansluitend zou men de vraag kunnen stellen of
het doorknippen van de Lanckhorstlaan dan noq per sé nodig is, omdat
het doorgaande verkeer wellicht door de reconstructie bij de Zandvoor-
terbrug en door andere maatregelen al naar een andere route getrokken
wordt.
Over de fiets- en voetgangersroutes zegt de nota van het college alleen
maar kort in het algemeen iets. Ook Stad en Landschap heeft dit nog
nauwelijks ingevuld. Er is wel een routesuggestie voor fietsroutes ge-
geven. Met name de voetgangersroutes zijn nog helemaal niet zichtbaar
gemaakt. Spreker meent dat Heemstede voldoende kleinschalig is om hier
eiqen aantrekkelijke mogelijkheden, vooral ook voor het langzaam ver-
keer, te scheppen, met het gevolg dat het mede zal bijdragen tot se-
lectief gebruik van de auto. De schets van Stad en Landschap qeeft
vooral de routes aan langs de bestaanrie wegen en verbindingen. Hier
en daar is een schuchtere ooging gedaan om een eigen route te schetsen.
Met name voor het voetgangersverkeer heeft hij de indruk -dat er nog
meer mogelijkheden zijn. In sprekers fractie werd als voorbeeld ge-
noemd een voetgangersverbinding tussen de Herenweg en het. qebied van
de Kees van Lentsingel. Ais men van de Herenweg naar de Kees van Lent-
singel wil gaan, dan moet men thans een behooriijk stuk omlopen. Uit
dit voorbeeld blijkt dat naar zijn mening wat meer kreatief zal moeten
worden opgetreden en gedacht. Ais er straks allerlei alternatieven
zullen zijn, dan gelooft spreker dat men zonder dirigisme daar vanzelf
gebruik van gaat maken.
In de nota van het college heeft spreker het openbaar vervoer gemist.
Stad en Landschap heeft daar wel iets aan gedaan en heeft een sugqes-
tiemodel gegeven op basis van de bestaande verbindingen. Soreker zou
daarbij wel de oost-westverbinding in de aandacht willen aanbevelen,
waarin het station natuuriijk een heel belangrijk bestemmingspunt is.
Stad en Landschap heeft voor het station ook een sugqestie gegeven
voor de oost-westverbindinq, en wil lijn 1 komend van de Dreef, over
de Lanckhorstlaan-Zandvoortselaan-station laten rijden en dan via
Leidsevaartweg de Westelijke Randweg od, maar laat dan gemakshalve
terzijde dat het eerst de Lanckhorstiaan ter hoogte van de Âmro-bank
heeft doorgeknipt.
A1 s spreker de aandacht vraaqt voor het openbaar vervoer dan is dat
vooral ook omdat dit van belang is voor bepaalde kateqorieën, met na-
me voor de oudere qeneratie, de invaliden en ook voor de mensen die
op het openbaar vervoer zijn aangewezen omdat zij geen auto bezitten
en soms ook geen fiets berijden.
Een belangrijk punt is de kontrole op de uitwerking van de maatrege-
len. Hij meent dat daarvoor periodiek metingen en tellinpen nodig
zijn, zodat men de ontwikkelingen in het oog kan houden enwaarnodig
en mogelijk op een gegeven noment corriperend kan optreden.
Om die controle te kunnen hebben, en daardoor meer greep op de ont-
wikkeling, zal men over meer cijfers moeten beschikken dan