10 maart 1976
51
die van oktober 1974. Dat zijn vrij uitvoeriqe meetresultaten ge-
weest, maar dat zijn straks de resultaten van twee jaar geleden. Hij
vraagt zich dus af of het niet nuttig is in de loop van 1976 opnieuw
cijfers op tafel te brengen, waarbij dan eventueel kritisch bezien
zou kunnen worden of men dat moet correleren met rie meet- en telpun-
ten zoals die in oktober 1974 gebruikt zijn en of daar met het oog
op de toekomst met latere periodieke opnemingen weer nieuwe punten
bij zouden moeten komen. Spreker gelooft dat het een zeer nuttig in-
strument is om te zien wat er met de stromen en ook met de wenslijnen
gebeurt.
Inzake het autoverkeer tussen de wijken onderlinq zegt spreker dat
het college op pagina 3 van de nota onder B als ëén van de doelstel-
lingen die de raad in 1974 heeft aangenomen, heeft gesteld: "het na-
streven van een struktuur waarbij de rechtstreekse verbinding tussen
de woongebieden onderlinq .voor langzaam verkeer prioriteit krijgt
boven verbindingen voor andere vervoerswijzen"(de "woning-woninq-
rit"). Hij merkt op dat daarbij in de raad van 11 juni 1974 door het
college een notitie is gemaakt, en dat de doelsteliing in die zin ook
is aangenomen: "dit sluit niet uit dat verkeer voor auto's ook moge-
lijk blijft". In de ODenbare commissievergadering is ook door spre-
kers fractiegenoot Van der Hulst gesteld dat het geven van prioritei-
ten aan het ïangzaam verkeer tussen de woonwijken niet hoeft te bete-
kenen dat alle autoverkeer via de hoofdroutes moet. Het antwoord daar-
op van éên van de adviseurs van het college was: "als autoverbindingen
mogelijk zijn zonder dat belemmering ontreedt voor de gekozen doelstel-
lingen, kunnen deze hlijven bestaan." Spreker wil dit hierbij in deze
zin toch wel even duidelijk opmerken.
Mevrouw Diel brengt namens haar fractie naar voren dat het onder-
werp van de aanleg van randwegen in haar fractie altijd aanleiding qeeft
tot uitqebreide diskussies, omdat ook zij zich er enerzijds duidelijk
van bewust is, en er ook van overtuiqd is, dat men moet streven naar een
verbetering van het woon- en leefklimaat in onze gemeente, maar het haar
anderzijds aan het hart gaat dat het middel daartoe, de aanleg van rand-
wegen, in belangrijke mate kwetsbare gebieden zal gaan aantasten.
Men weet dat men moet kiezen en dat wat het zwaarst is, het zwaarst zal
moeten wegen. Een zo oositieve keuze echter als het college thans voor-
stelt kan haar fractie nu nog niet maken. Zij heeft haar twijfels en
ook nog onvoldoende inzicht in de materie. Zij wil er zich bij voorbaat
niet tegen verzetten, maar vindt wel dat door middel van onderzoek dui-
deiijk aangetoond zou moeten worden of inderdaad de weqen buiten de be-
bouwde kom die oplossing zal brengen die ons voor ogen staat. Het is
vooralsnoq ook zo dat nieuwe wegen verkeersbevorderend v/erken. Haar
fractie wil dat in de inmiddels gevormde knelpuntencommissie wordt on-
derzocht in hoeverre deze randwegen een belangrijke bijdrage kunnen
leveren ter vermindering van de verkeerslast in onze gemeente. Ook de
verbinding Westelijke Randweg-Zandvoortselaan dient hij dit onderzoek
te worden betrokken. Om tot dat doel te geraken moeten de nieuwe wegen
in de eerste plaats aantrekkelijker zijn of op zijn minst gelijkwaar-
dig aan de bestaande routes. En dan zal tevens een redelijke garantie
gegeven moeten worden dat onze wegen niet weer vollopen.