40
10 maart 1976
van de Dreef precies 20 jaar later, n.l. op 3 september 1932, sprak
over "de brede weg des verderfs" tegenover "de smalle weg der deugd"
al een duidelijk vooruitziende blik heeft gehad, ook al heeft hij de
escalatie van het autoverke.er en de toeneming van het aantal beddingen,
waardoor het zich door de gemeente beweegt, niet meer mogen beleven.
Bij de jaarwisseling 1972/1973 werd door het college de roep uit de
raad verhoord en het besluit genomen tot het inschakelen van deskundi-
gen van Stad en Landschap voor het uitbrengen van een advies in deze.
Met betrekking tot de aanpak van de verkeersproblematiek adviseerden
de deskundigen een behandeling in 3 fasen. Voor de eerste fase werd
door de raad op 28 juni 1973 het fiat gegeven. Deze ondracht resul-
teerde in een rapport van Stad en Landschap eerste fase, waarin de
bestaande verkeerssituatie werd beschreven en gewaardeerd. Tevens
werd gepoogd de gewenste verkeerssituatie te beschrijven.
Dit rapport leidde tot de door de raad op 11 juni 1974 opgestelde
uitgangspunten, waarbij de raad over het algemeen éénstemmig was.
Slechts op één punt, namelijk ten aanzien van het woon- winkelver-
keer, nam de meerderheid van sprekers fractie een afwijkend standpunt
in.
Voor wat betreft de keuze tussen het bevorderen van het langzaam ver-
keer dan wel rekening houdend met een voorkeur voor de auto wenste
de meerderheid beide doelstellingen uitgewerkt te zien.
Voor de uitvoering van de tweede fase verleende de raad op 27 juni
1974 een krediet.
InmiddeTs was aan de totstandkoming van de eerste fase en de daaraan
ten grondslag Tiggende rapporten ruime publiciteit gegeven in de
plaatselijke pers, terwijl de stukken ook in de openbare leeszaal en
bibliotheek ter inzage lagen. Een goede voorbereiding wellicht voor
de inspraak van de burgerij die aan het rapport van Stad en Landschap
voor de tweede fase van het verkeersstructuurplan werd gewijd. De pro-
cedure en de resultaten van de inspraak zijn uitvoerig in het voorstel
van het college vermeld.
Spreker meent dat het hier wel de plaats is om dank te brengen aan al-
len die zich de moeite hebben willen getroosten zich te verdiepen inen
zich een oordeel te vormen over een vrij moeilijk toeqankelijke materie.
Een bijzonder woord van waardering wil hij richten tot degenen die de
meningen van de insprekers in een duidelijk rapport hebben vastgelegd.
Het leek zijn fractie zinvol om eerst nog de ontwikkelingen te schetsen
welke zijn voorafgegaan aan de situatie die zich thans aan de raad voor-
doet, zodat nu de bespreking kan volgen van de thans ter tafel liggende
nota.
Grondslag voor dit stuk zijn de uitgangspunten welke door de raad in
zijn vergadering van 11 juni 1974 zijn geformuleerd en die betrekkinq
hebben op keuzebepalingen betreffende intern verkeer, langzaam verkeer,
woon- winkelverkeer en woon- werkverkeer.
Op basis van deze punten heeft sprekers fractie de in de nota weergege-
ven verkeersstructuur qetoetst.
Met betrekking tot de hoofdwegenstructuur is zij met het college van
oordeeldat het aanleggen van weqen buiten de bebouwde kom de enige
goede opTossing is om van het doorgaande verkeer bevrijd te worden.
Gezien het overwegend regionale karakter van het doorgaande verkeer
achten zij het daarnaast van wezenlijk belang de wegen in Heemstede voor
dit verkeer onaantrekkelijk te maken.
