10 maart 1976
voorqestelde gedachte terzake het langzaam verkeer niet uitsluit, dat
ook verkeer voor auto's mogelijk blijft.
Met nadruk vraagt zijn fractie zich of of de door het college geqeven
interpretatie van dit uitgangspunt niet te beperkt en derhaîve onjuist
is. Beter ware haars inziens te stellen, dat men oer auto de wijken
onderling op meer manieren moet kunnen bereiken dan uitsluitend via de
hoofdwegen.
De vraag doet zich voor of het door het colleqe in de nota qepresenteer-
de raamwerk voldoende instrumenten bevat om de door Heemstede na te
streven doeleinden oo verkeersgebied te realiseren. Rij nadere beschou-
wing van het voorsteî meent sprekers fractie te moeten konkluderen, riat
êên essentieël aspect, dat niet kan worden qemist, noq geen, althans
onvoldoende aandacht heeft qekregen, te weten de verdere uitwerking van
de idee, dat de verkeersdruk zo redelijk en rechtvaardig moqelijk over
de gehele gemeente dient te worden verdeeld. Deze oomerkinq qeldt in
principe voor alle weqen. In het kader van de hoofdwegenstruktuur be-
perkt zij nochtans haar oprierking tot de Leidsevaartwegde Herenweq en
de Dreef, alsmede tot de verbindingswegen tussen deze hoofdaders.
Alvorens tot daadwerkelijke uitvoering van de nota te kunnen overgaan,
meent zijn fractie, dat allereerst normen moeten worden vastgesteîd,
ten aanzien van de maximaal toelaatbare verkeersbelasting per weg,
waarhij niet alleen mag worden uitqegaan van lenqte/breedte van een
weg en van het wegprofiel, dus van technische geqevens, doch waarin
met name ook andere aspecten, zoals die betreffende het woon- en leef-
milieu, dienen te worden betrokken.
Het is naar haar oordeel onjuist om een plan als het onderhavige te
bespreken zonder voldoende aandacht te schenken aan de konsekwenties
en de beschikbare mogelijkheden. Men zal bij de beoordeling van vragen
betreffende overbelastinq en evenredige verkeersdrukverdeling toch
criteria dienen te hanteren.
Bij de uitwerking van het verkeersstructuurplan in konkrete maatrege-
ien is het niet slechts van belang de zojuist qenoemde normste'lling
te definiëren, doch tevens te beschikken over de uitkomsten, die te
verwachten zijn van de doseringsmaatregelen welke het colleqe voor
ogen staan. Zo zullen nieuwe verkeerstellingen zeker moeten worden ge-
houden.
Naar aanleiding van het hiervoor gestelde nodigt sprekers fractie het
college dan ook uit toe te zegqen om, alvorens tot daadwerkelijke uit-
voering van één of meer onderdelen van het verkeersstructuurplan wordt
overgegaan, allereerst een onderzoek te doen uitvoeren met betrekkinq
tot de maximaal aanvaardbare verkeerscanaciteit van de hoofdwegen en
aan de hand hiervan de te nemen maatregelen te toetsen en - waar nodig-
bij te stellen.
Uit hetgeen spreker gesteld heeft moge blijken, dat de V.V.O. in het
algemeen instemt en gaarne adhesie wil betuiqen met de ideëen, welke
de raad door het colleqe ten aanzien van de Heemst.eedse verkeersstruc-
tuur zijn voorgelegd. De kanttekeningen welke hij hier en daar heeft
geplaatst zijn voor zijn fractie echter eveneens van zeer groot belang.
De heer RLicker brengt naar voren dat de raad vanavorid de tweede fase
van het verkeersstructuurplan behandelt; een sympathieke poging-onder
leiding van de stichting "Stad en Lanrischap" - om een aanzet te qeven
tot het oplossen van een complex probleem.