25 maart 1976
BESTEMMINGSPLAN RAADHUISSTRAAT-BINNENWEG
29
Heemstede, 30 januari 1976.
Aan de Raad,
In het centrum van onze gemeente is geen bestemmingsplan van kracht
dat gebaseerd is op de wet op de Ruimtelijke Ordening. Wel gelden in
een gedeelte van het gebied plannen gebaseerd op de Woningwet 1901.
Er is echter ook een gedeelte waar momenteel geen enkel plan vigeert.
Tot dit gedeelte behoren een groot aantal percelen aan de Binnenweg
en de Raadhuisstraat.
Het gevolg van deze situatie is dat ontwikkelingen die uit een oog-
punt van ruimtelijke ordening ongewenst zijn niet altijd in voldoen-
de mate kunnen worden verhinderd, omdat daarvoor het juiste instru-
mentarium ontbreekt. Bovendien heeft deze situatie tot gevolg dat de
rechtszekerheid van de burger onvoldoende gewaarborgd is.
Dat een bestemmingsplan voor het betrokken gebied noodzakelijk is, is
een voor de hand liggende conclusie. Het bestemmingsplan beoogt een
regeling te geven van de bestemmingen alsmede van het gebruik van de
in het plan begrepen gronden. Het bestemmingsplan, dat bestaat uit een
plankaart en uit voorschriften en altijd vergezeld moet gaan van een
toelichting, neemt in de Wet op de Ruimtelijke Ordening een centrale
plaats in, daar het de enige planologische maatregel is met een juri-
disch bindende werking. Aan het bestemmingspian kunnen de volqende
functies worden toegekend:
1. Beleidsdocument, waarin de visie op de toekomstige ontwikkeling ir,
ruimtelijk opzicht van het in het plan begrepen gebied is neerge-
legd. Deze visie dient het resultaat van een belangenafweging te
zijn.
2. Beleidsinstrument in engere zin, dat dient als toetsingsgrond voor
bouw- en aanlegvergunning en de basis is voor politiedwangAls
zodanig is het bestemmingsplan gericht op het afweren van ontwik-
kelingen die de visie vervat in het beleidsdocument zouden kunnen
doorkruisen. In deze zin kan men spreken van een negatieve beheers-
functie.