14 april 1976
152
nemer, in alle redelijkheid overigens, kan doen wat hij ambieert. Dat
kan invloed hebben op zijn werkklimaat.
De voorzitter is mêt de heer Baar van oordeel dat de doelstelling
een rulme formulering heeft, zodat hij aan wijziging geen behoefte
heeft.
Spreker konstateert dat de raad zich kan verenigen met de tekst zoals
die in het concept is opgenomen, zodat dienovereenkomstig wordt be-
sloten.
Subdoelsteliing I 04.02.04.
De fractie van de heer Jager wil on dit punt iets verder gaan dan
het college. Het college antwoordt dat "het tot stand brengen van een
democratischer vorm van werken binnen het gemeentelijk apparaat" vol-
doende tot zijn recht komt in de onderhavige subdoelstelling. Spreker
meent dat dit iets anders is. Het tot stand brengen van een democra-
tischer vorm van werken binnen het gemeentelijke apparaat, heeft niet
alieen betrekking op inspraak bij die zaken waar de ambtenaar als on-
derdeel van het kollektief bij betrokken is, maar heeft ook nadrukke-
iijk te maken met de werksituatie in zijn eigen afdeling, dat aaar
gestreefd moet worden naar een zo democratisch mogelijke manier van
werken. Dat mist zijn fractie i'n 04.02.04 zoals door het college voor-
gesteld. Zij wil de raad daarom de formulering voorieggen zoals zij
die had ingediend en iuidende: "Het tot stand brengen van een democra-
tischer vorm van werken binnen het gemeentelijk apparaat".
De heer Baar begrijpt wat de heer Jager wil en heeft daar begrip
voor, maar heeft wat moeite met het woord "democratischer"Hij vraagt
of de heer Jager zich zou kunnen vinden in de volgende redactie:"het
bevorderen van democratische ambtelijke verhoudingen binnen het gemeen-
telijk apparaat, waaronder inspraakmogelijkheden van het personeel in
zaken waarbij zij als collectief betrokken zijn". Deze tekst lijkt
spreker iets objectiever.
De heer Jager heeft er geen moeite mee om het in die zin te redige-
ren.
De heer VanderWal vraagt naar de bedoeling van het woord "ambte-
lijke".
De heer Baar meent dat het v/oord "ambtelijke" gemist kan worden.
De heer Jager gelooft dat het woord "ambtelijke" wezenlijk is. Hij
kan zich namelijk voorstellen dat in een ambtelijke organisatie, een
apparaat dat werkt ten behoeve van gekozen bestuurders, een wat ande-
re situatie optreedt ten aanzien van de mogelijkheden om tot democra-
tischer werkwijzen te komen, dan bijvoorbeeld in het bedrijfsleven.
Men heeft als ambtenaar toch nog altijd te maken met het pubüek be-
lang, hoe ver het misschien dan ook een fictie of een vaag algerneen
belang is. Hij gelooft daarom dat het wezenlijk. is de formulering
"ambtelijke" erbij te laten, om riaarmee aan te geven dat daar weïlicht
restrikties in kunnen zijn gelegen ten opzichte van andere vormen van
democratisch werken in de rest van de maatschappij
De voorzitter konstateert dat de raad zich daarmee kan verenigen,
zodat ïïienovereenkomstig wordt besloten.