179
14 april 1976
subdoelstell ing, waarbij is gesteld: prioriteit voor langzaam verkeer,
maar andere vervoerswijzen worden niet uitgesloten. Hij vraagt of er
een bepaalde uitleg aan "snelverkeer" moet worden gegeven.
De voorzitter denkt dat "gemotoriseerd verkeer" de beste vertaling
is. Hij ziet het probleem naar voren komen dat als men ook in grada-
ties gaat beschermen men aan dit soort uitspraken niet ontkomt en de
beduchtheid bestaat dat het karakter "ontsluitingswegen" wordt uitge-
hold, doordat het een vrijblijvender karakter wordt gegeven. Daarmee
wordt, naar spreker meent, wezenlijk de struktuurgedachte voor de ge-
meente geweld aangedaan.
De heer Kirschbaum herinnert zich dat zijn fractie juist ook bij de
diskussies over het verkeersstruktuurplan erop gewezen heeft dat zij
deze marge erin wil houden omdat men er anders vroeg of iaat toch van-
af moet wijken omdat de bewoners op een gegêven moment zeggen dat het
in deze toestand toch niet vol te houden is, en verder gelooft hij dat
wanneer men zijn garaqe vlak om de hoek heeft, men dan liever even
over het verhoogde trottoir naar de garage wil gaan; dat moet mogelijk
blijven in plaats van dat men een hele omweg maakt en diezelfde straat
over de volle lengte moet uitrijden om bij de garage te komen.
De heer Van Emmerik merkt op dat het heel goed mogelijk kan zijn
dat er nietf ëên ontsluitingsweg. voor een bepaald wooneiland is, maar
twee of drie. Dat is iets wat hier wordt openqelaten. Er staat dan ook
aangegeven: "daarvoor aan te wijzen ontsluitingswegen", hetgeen ook
het punt is waarvoor overleg met de bewoners nodig zal zijn.
De voorzitter brengt naar voren dat er zich situaties kunnen voor-
doen, waarvan de raad vindt dat een belangrijke toevoerweg naar een
wijk zich zo duidelijk manifesteert als ontsluitingsweg, dat het zelfs
niet helemaal eerlijk zou zijn daar een zogenaamde inspraak op los te
laten. Daarbij zou tenminste de boodschap aan de bewoners moeten wor-
den gegeven dat wat zij verder ook ten aanzien van de bescherming van
de wijk zien, de raad als beleidsorgaan aan die weg niet anders dan het
karakter van een ontsluitingsweq kan toekennen. Daarnaast ziet het col-
lege niet dogmatisch altijd maar één weg die dat karakter zal moeten
dragen; er zijn altijd delen van Heemstede waar zich dat duidelijk mani-
festeert. Men behoeft daarvoor geen 10 jaar in Heemstede te wonen om be-
paalde wegen zich te zien onderscheidenSpreker meent dat de woorden
"zoveel mogelijk" in de subdoelstelling, ons wel eens zouden kunnen op-
breken als men dat nu zou ir.voegen. Beslissingen zijn onvermijdelijk,
ook op dit stuk, en dan komt men met "zoveel mogelijk" niet uit de voe-
ten.
De heer Kirschbaum zegt dat misschien een oplossing is als het woord
"alleen" wordt gewijzigd in "in principe".
De heer Van Emmerik vindt dat de formulering "alleen gebruik maakt
van de daarvoor aan te wijzen ontsluitingswegen" voldoende ruimte biedt,
dan moet men daar niet nog eens bij gaan voegen "zoveel mogelijk", want
dan weet niemand welke richting het uitgaat.
De heer Klos merkt op dat in de plannen van het eiland Rozenburg pre-
cies gestaite wordt gegeven aan de uitspraken van de raad, en dat daar
bovendien de auto niet alleen gebruik hoeft te maken van de ontsluitings-
wegen maar dat hij ook middels de andere straat de wijk kan bereiken.Hij
gaat ervan uit dat het op basis van de inspraak van de bewoners zo ge-
formuleerd kan worden.