4e afd. 29 april 1976 59
VERNIEUWEN RIOLERING EN RECONSTRUCTIE
WEGEN "EILAND ROZENBURG"
Heenstede, 13 april 1976.
Aan de Raad,
De riolering in de wijk ten noorden van de Zandvoortselaan verkeert in
slechte staat en is dringend aan algehele vernieuwing toe. Medio mei
1973 is voor deze vernieuwing en de gelijktijdiqe reconstructie van de
weqen in de wijk door het bedrijf van Openbare Werken een voorlopig
plan ontworpen. Hoofdzaak bij dit ontwern was uiteraard de vernieuwing
van de riolering; daarnaast voorzag het od grote schaal in de aanleg
van parkeerstroken en in een andere indeling,van de Zandvoorter Allee.
Na een bespreking met een aantal bewoners van de wijk,optredende als
"Wijkcomité", is door dit comité omtrent de reconstructie een enquête
gehouden; hieruit kwam naar voren dat een grote meerderheid van de
wijkbewoners voorstander is van het woonerf-idee, waarbij de woonfunc-
tie wordt benadrukt en de verkeersfunctie beperkt. Voort bleken er
overwegende bezwaren te bestaan tegen de aanleg van parkeerhavens ten
koste van de trottoirs en de aanleg van "ventwegen" oo de Zandvoorter
Allee en de Laan van Rozenburg. Naar aanleiding hiervan hebben wij het
adviesbureau Stad en Landschap verzocht ons voorstellen te doen betref-
fende de reconstructiemogelijkheden van de wijk. Het terzake in febru-
ari 1974, gewijziqd in oktober 1974, door Stad en Landschap uitgebrach-
te rapport met schetsoplossinqen voor de diverse wegen werd in beginsel
door de Verkeerscommissie, de Commissie voor Openbare Werken en ons
college als uitgangspunt aanvaard en aan het wijkcomité voorgelegd,
waarna in april 1975 een informatie-avond voor de wijkbewoners werd
belegd
De op deze avond geuite wensen en kritieken zijn door het wijkcomité
ge'înventari seerd en verder per straat uitgewerkt en vastgelegd in een
aan ons college aangeboden rapport dd. 9 september 1975. Het comité
bood daarbij tevens een zelf vervaardigd plan aan, waarbij is getracht
rekening te houden met de insnraakresultaten.
Dit plan is in een gezamenlijk rapport dd. december 1975 beoordeeld
door Openbare Werken, de Gemeentepolitie en Stad en Landschap.