26 mei 1976 249 De voorzitter meent dat de heer Baar met name heeft bedoeid dat er zich in het gewest een uiteenlopen van lesgelden zou kunnen voor- dcen. Dit punt is ook meermalen in de betrokken kring aan de orde ge- weest; alle voor- en nadelen wegende is men tot deze oplossing geko- men. Men heeft dus het risico aanvaard om de ergere situatie te voor- komen. Men wilde tot een uniforme regeiing komen, maar dan geen rege- ling die bijna prohibitieve tarieven zou inhouden voor aan de muzikale vorming deelnemende groepen van de bevolking. Dat is natuurlijk een waarborg die het centrum terecht mag verwachten dat die wordt inge- bouwd. De heer Baar heeft opgemerkt dat hij als lid van de Kennemer- raad onkundig was gebleven van een diskussie over de vraag of de be- werktuiging en het nersoneel voor een dergelijk zwaar bedrijf wel aanwezig was. Spreker vraagt of het eigenlijk niet zo is dat als uit prealabel overleg tussen colleges in de kringen van portefeuillehou- ders, en daar is deze zaak meerdere malen aan de orde geweest, niet tenminste een suggestie aan de deelnemende geneenten voortvloeit om een yoorstel te doen aan het gewest om dit te bezien, en dan waar- schijniijk met de indikatie dat wij van mening zijn dat het een ge- westelijke taak zou kunnen zijn - bij een dergelijke officiëie pro- cedure zal het bestuur van het gewest uiteraard een pre-advies uit- brengen aan de Kennemerraad - dat men dan kan stellen dat als het zo'n zware procedure heeft doorlopen, het eigenlijk al wil zeggen dat het zo voorgekookt" is dat het dan in de fiewestraad komt. In een vroeg stadium zou het nog niet rijp zijn voor het gewest, het zou anders wat moeilijk worden als in de Gewestraad stêeds alleenhet neen moet worden uitgesproken. Hij meent dat ook in de regelingzo- als het gewest die op het ogenblik kent, met een belangrijke rol van de aandragende gemeenten in het vooroverleg, deze zaak een vrij nor- male gang van prealabele beraadslagingen heeft doorgemaakt. Dat het dus de fiewestraad nog niet heeft bereikt wil dus niet zeggen dat er met zeer fundamenteel over de zwaarte van deze taak is gediskussi- eerd. De heer Baar heeft in zijn inleidende beschouwing al laten weten dat het draagkrachtbeginsel voor zijn fractie aanvaardbaar is. Zij kan dan ook met het schrappen van de woorden "naar draagkracht" niet înstemmen. De fractie van de heer Jager heeft geen behoefte aan het schrap- pen van de woorden "naar draagkracht" De heer Van der kJal zegt dat de argumentatie van de heer Spran- gers hem totâcil niet âânspreekt. Als hij spreekt over een veilig- heidsklen dan gelooft sgreker dat de raaddaarvöör is. Hij zou zelfs uit zijnwoorden kunnen opmaken dat degenen die de regeling hebben geconcipieerd dan de veiligheid, die de raad kan zijn, kennelijk niet zo hoog schatten. Spreker gaat er voorshands vanuit dat deze toevoe- ging niet voor de raad van Heemstede bestemd is. Ook gezien de ver- schillende uitingen in deze raad heeft hij het idee dat we er in Heemstede in de toekomst wel uit zullen komen. Hij realiseert zich daarbij dat het wijzigen van een gemeenschapnelijke regeling wel iets heel anders is dan het wijzigen van een gemeentelijke verordening. Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1976 | | pagina 15