258
25 mei 1975
om vanuit de raad van Heemstede bezwaar te maken teqen dit ene onder-
deel. In andere commissies is hierover ook gediscussieerdeen una-
niem standpunt heeft men nog niet. Juist omdat men datunanieme stand-
punt thans nog niet kan formuleren meent hij dat het niet verstandig
is punt Ia nu te doen schrappen.
De fractie van de heer Jager is ervan overtuigd dat het een noodza-
kelijk onderzoek is om te bezien wat de konsekwenties zijn van de kon-
solidering van de productiecapaciteit van 8 miljoen ton. De wethouder
heeft terecht gesteld dat het hier gaat om een afweging tussen werk-
gelegenheidsaspecten en milieubelangen. Volstrekt duidelijk is, dat
wordt ook uit het rapport van de commissie Boersma duidelijk, dat een
uitbreiding van de productiecapaciteit van Hoogovens naar II miljoen
ton, een vergroting van de milieubezv/aren in deze omgeving met zich
meebrengt. Dan moet men afwegen of men dat tegenover de voordelen van
het economische aspect aanvaardbaar vindt. Wil men dat juist kunnen
afwegen dan zal men ook moeten weten dat Hoogovens zelf heeft gesteld
dat als nu niet die 11 miljoen ton uitbreidingscapaciteit wordt toe-
gestaan, zij zal gaan konsolideren op 8 miljoen ton. Het enige wat ze
er verder over zeqt is, dat dit vermoedelijk enige duizenden arbeids-
plaatsen zal kosten. Als men dus zou vinden dat om mi1ieuredenen het
bedrijf niet zou mogen uitbreiden, dan moet men weten welke konsekwen-
ties dat voor ons oplevert in het economische vlak. Dat is noodzakelijk
voor een reële afweging en daarop is de zinsnede van toepassing, dat
wij graag inzicht willen hebben in wat het nu konkreet betekent alsdie
8 miljoen v/ordt aangehouden.
De heer Kettenis begrijpt de redenering zoals die in het gewest ge-
formuleerd is - de uitleg van de neer Jager geeft hem wat dat betreft
wat meer inzicht - maar hij blijft het toch onjuist vinden dat een be-
drijf dat een bepaaid beleid voert, als het ware door de overheid wordt
voorgelegd om nu maar eens te komen met een aantal gegevens die een be-
paalde konsolidatie tot gevolg heeft, terwijl dat bedrijf juist nietde
bedoeling heeft om te konsolideren, maar juist wil uitbreiden. Daarom
heeft hij gemeend bezwaar te moeten maker, tegen punt Ia.
De lieer Van der Hulst meent dat in het rapport duidelijk de konse-
kwenties zijn terug te vinden als meri tot 11 miljoen ton gaat. Hij
rneent dat onvoldoende terug te vinden is hoe het eruit ziet als die 8
miljoen ton het uitgangspunt is. Hij ziet eigenlijk niet zoveel bezwa-
ren. De bedoeling is dat deze twee punten naast elkaar worden gezet;
hij meent dat dit een goed recht is.
De heer Schlatmann merkt op dat het bezwaar dat bij zijri fractie^
leeft ten aanzien van punt Ia deze is, dat zij meent dat de beslissing
of h'oogovens in het kader van het beleid van dat bedrijf meent in de
naaste toekonst of in de wat verder verwijderde toekomst zijn aktivi-
teiten te moeten uitbreiden, een beslissing is die in het kader van het
totale Hoogoven-gebeuren met alle daarbij betrokken mensen moet worden
genomen. Uit de studie die daarover gemaakt is kan men zien hoe inge-
wikkeld deze is. De internationale situatie is zodanig aat er voorlopig
van Hoogovenzijde niet eens gedacht zal worden, vanwege de internatio-
nale ontwikkelingen, aan een uitbreiding op korte termijn. Zijn fractie
vindt het principieel onjuist dat, van welke instantie daarbuiten dan
ook, op een dergélijke beleidsbeslissing invloed wordt uitgeoefend.
