327 een artikel 19-verklaring van geen bezwaar heeft afgegeven en dat het provinciaal bestuur een zeer belangrijke rol speelt in de voorzienin- gen voor de geestelijke volksgezondheid en in die zin ook nadrukkelijk is geroepen de beiangen van die geestelijke volksgezondheidook in haar pla.nologisch beleid, nadrukkelijk naar voren te brenqen. Hij heeft dan ook geen enkele reden om aan te nemen dat de provincie Noord-Holland, als deze noodzaak door de bevoegde volksgezondheidsinstanties is aan- getoond, niet bereid zou zijn, zelfs teaen bezv^aren in, een verklaring van geen bezwaar af te geven. Aan de andere kant is het zo dat als de raad^de bebouwingsmogelijkheid, zoals die wordt gevraagd door "De Harte- kamp", alleen afgaande op de verklarinaen van ae directie van die in- richting, zou geven, hij daarmede de zaak verder uit handen heeft ge- geven. Spreker meent dat een juiste afweging tussen de belangen van enerzijds het handhaven van het landgoed en aan de andere kant de be- langen van de inrichting, met zich mee moet brengen dat de gemeente zich thans niet kan permitteren die bebouv/ingsmogelijkheid nu al toe te staan. Het antwoord van de wethouder ten aanzien van "Dennenheuvelheeft een aantal leden van sprekers fraktie niet overtuigd. Met name heeft hij gevraagd of de wethouder mogelijkheden zag om via het vestigen van een servituut mogel/jk nog extra garanties te scheppen ten aanzien van een niet verdere aantasting van het landgoed. De argumentatie van de wethouder met betrekking tot de aard van de toekomstige eigenaren vindt hij niet sterk. Een toekomstige eigenaar kan zeer welveelwaarde hech- ten aan het bosbestand waar hij zijn woning in zet; hij zal echter evenveel waarde hechten aan het feit dat hij in die woning van enig licht wordt voorzien. Bij aie belangenafweging vraagt spreker zich af in welke richting de balans bij die particuliere eigenaar zal door- slaan, en wellicht dat via het vestigen van een servituut daarop ten behoeve van de gemeente, een mogelijkheid bestaat dat te voorkomen. Wat betreft de juridische haalbaarheid, daarover kan hij geen katego- rische uitspraak doen. Hij weet v/el dat er naar hij meent een aantal voorbeelden in deze gemeente zijn waar servituten van deze aard, zo- als het verbieden van kapoen van bepaalde bomen, zijn gevestigd. Een voorbeeld daarvan zijn de bomen achter het garagebedrijf van Van Lent nabij de Bronsteeweg. Een ander voorbeeld is het servituut dat geves- tigd is cp de weilanden, iets ten westen van de plaats waar de SW19 zou moeten komen. Gezien het feit dat het college daarop naar hun oor- deel niet voldoenae antwoord heeft gegeven, meent een aantal leden van zijn fraktie dat zij aantekening zullen moeten vragen tegen de be- bouwingsmogelijkheid op de zuidelijke bouwplaats op "Dennenhëuvel Spiekers fraktie ondersteunt de heer Rucker in zijn wens te pogen het washuisje te handhaven. Inzake Leiduin blijft zijn fraktie van mening dat de uitbreiding van het kassenbestand moet worrien geschrapt, omdat zij van mening is dat als de eigenaar, die niet zo maar een eigenaar is maar de provincie Noord- Hoiland, die het desbetreffende terrein gekocht heeft met het oog op natuurbeschermingen de instar.tie die het beheert met het ooa op die natuurbeschermina vraagt dat kassenbestand niet uit te breiden, en dan vervolgens de gemeente in het bestemmingsplan Natuurgebieden zegt dat zij wel wil dat die kassen uitgebreid worden, dan gaat dat zijn fraktie te ver. Zij gelooft ook dat de argumentatie van het college onjuist moet zijn, want de wethouder haalt opnieuw aan hetgeen in het voorstel van het college ook staat verwoord, dat het uit een oogpunt van exploitatie 26 augustus 1976

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1976 | | pagina 27