333
De heer Van der Wal vraagt waarom dat dan in artikel 16 en 17 met
name wordt qeregeid en in dit artikel niet. Als het in artikel 16 en
17 niet was geregeld dan had hij er vrede mee, maar in artikel 16 en 17
staat: de administrateur moet na vooroverleg met de directeur of na
goedkeuring met de directeur. In artikel 7 wordt dat niet geregeld
en dat geeft te denken.
De heer Jaqer meent dat het wel degelijk in dit artikel is gereaeld,
namelijk inTet: onverminderd het bepaalde in het eerste lid. De arti-
kelen 16 en 17 zijn slechts uitwerkingen van het alqemene beqinsel van
artikel 7, lid 2.
Het gaat de heer Van der Hal er om dat hij van mening is dat de
directeur de leiding respectievelijk de daaraan verbonden verantwoorde-
lijkheid niet volledig kan uitoefenen respectievelijk draaen als de si-
tuatie zou kunnen ontstaan, dat de administrateur rechtstreeks naar
het college gaat zonder de directeur te informeren, en formeel qezien
kan hij niet anders lezen uit het artikel dat die moaelijkheid bestaat.
Spreker vindt nu dat als de administrateur naar het college gaat, hij
gelijktijdig de directeur moet vertellen wat hij tegen het college zegt.
Wethouder Van Drooge:"Dat kan de directeur hem ODdraqen".
De voorzitter merkt op dat de directeur volgens dit artikel de admi-
nistrateur met kan blokkeren in de verantwoordelijkheidslijn tegenover
het college, maar dat is dan ook het enige wat hij principieel od grond
van dit artikel niet kan. Maar dat hij op de hoogte blijft en moet blij-
ven, omdat hij de leiding draagt van het hele bedrijf, is duidelijk.
Wethouder Van Drooge zegt dat een toevoeging aan dit tweede lid als
door de heer Van der Wal gevraagd zelfseen bedenkelijke kant zcu kunnen
hebben, omdat dan zou worden uitgesproken dat hij alleen voor deze
onderdelen de directeur in kennis zou moeten stellen van zijn rappor-
tage, maar verder geheel vrij zou zijn.
Verder heeft de heer- Van der Wal gesteld dat de zelfstandige verantwoor-
delijkheid en de gewone verantwoordelijkheid zowel voor de kassier als
voor de magazijnmeester bestaat. Hier speelt natuurlijk het geval dat de
magazijnmeester en de kassier wel degelijk onder het toezicht van de
administrateur werkzaam moeten kunnen zijn, omdat zij zich bepaalde zaken,
middelen of bedrijfsvoorraden, kunnen toeëigenen, hetgeen natuurlijk een
ander soort verantwoordelijkheid is dan die van de administrateur tegen-
over de directeur.
Tenslotte heeft de heer Van der Wal gevraaad de bedragen genoemd in de
artikelen 20 en 21 te vermelden in de instruktie van de administrateur
Spreker meent dat een dergelijke bepaling zich minder leent in een in-
struktie, maar meer thuishoort in de verordening.Hij heeft er overigens
begrip voor, want de geldontwaarding zou deze bedragen kunnen onderara-
ven. De hoogte van deze bedragen is overigens ontleend aan de Bank voor
Nederlandse Gemeenten, en het gaat er natúurlijk cn wat die i 50,-- be-
treft, om duidelijk uit te drukken dat het om kleine uitqaven aaat en
dat het giraal geîdverkeer op de voorgrond staat. Deze bedraqen worden
eens in de zoveel jaren bij een volgende wijziging bijgesteld.
Wat betreft de vraag de instrukties voor de directeur en de administra-
teur, alvorens deze ter goedkeuring aan qedeputeerde staten te zenden,
in de daarvoor bestemde coiTimissie te doen behandelen zeqt snreker dat
het een autonome bevoegdheid van burgemeester en wethouders is die
26 auqustus 1976