25 november 1976
394
leqe wil doen geloven. Het argument dat over een deel van de reserves
moest worden beschikt, ik meen dat het hier gaat om een bedrag van
f 200.000,— uit het secundair wegenfonds, spreekt ons nauwelijks aan.
In de eerste plaats omdat dit in het kader van de wegvoorzieningen als
een alleszins voor de hand iiggende maatregel mag worden beschouwd. In
de tweede plaats omdat Heemstede over een reservepositie beschikt waar
menige gemeente in Nederland jaloers op zou zijn. Het totaal van de
saldi en algemene dienst reserves bedraagt naar onze berekening meer
dan 9 miljoen gulden, een bedrag dat naar onze stellige overtuiging na
vaststelling van de gemeenterekeningen 1974 t/m 1976 nog zal blijken
te zijn opgelopen. Is het in een dergelijke situatie bezwaarlijk een
bescheiden deel van de reserves aan te wenden voor het sluitend maken
van de gewone dienst? Wij menen van niet. Mijn fraktie staat zelfs op
het standpunt dat een verdere aanwending der reserves ernstig dient
te worden overwogen, niet alleen met het oog op de voortgaande infla-
tie maar ook en vooral met het oog op een evenwichtige verhouding tus-
sen de financiële positie der gemeente en de aan de burgers op te leg-
gen lasten. De vraag hoever hiermee kan en mag worden gegaan kan overi-
gens het best aan de orde komen tijdens de laatste fase van het be-
leidsplan.
Ten aanzien van de door het college aangebrachte bezuinigingen tot een
bedrag van ruim f 358.000,bestaat bij mijn fraktie de indruk dat de-
ze reëel en aanvaardbaar zijn. Wij vragen ons af of deze bezuinigingen,
althans voor het merendeel, uit het oogpunt van een verantwoord midde-
ienbeheer ook bij een ruimere begrotingspositie niet zouden hebben moe-
ten plaatsvinden. Wellicht kan het college hierop in zijn beantwoording
wat nader ingaan en daarbij tevens mededelen op welke posten en bedra-
gen blijvend is bezuinigd en voor welke er slechts sprake is van uitstel.
Wil men alle in de aanbiedingsnota opgesomde projekten in 1977 realise-
ren, dan zal aan een beschikking over de saldireserve niet Kunnen wor-
den ontkomen, aldus het college. Gelet op hetgeen ik zo juist heb ge-
zegd over de gemeentelijke reservepositie en gezien het feit, dat het
hier om een bedrag van hoogstens twee ton kan gaan, zal het u niet ver-
wonderen dat mijn fractie tegen een dergelijke beschikking over de
saldireserve op zichzelf nog niet eens bezv/aar zou hebben. Het is ech-
ter nog de vraag of het zo ver zal komen. Zullen met name de personele
kapaciteit en de fysieke mogelijkheden van het college en de raad toe-
reikend zijn om al deze projekten in 1977 tot een eindbeslissing te
brengen? Wij hebben daar zo onze twijfel over, mijnheer de vocrzitter.
Bovendien is het heel goed denkbaar dat de raad van bepaalde projekten
de in de aanbiedingsnota aangegeven financiële konsekwenties niet in
haar vol1e omvang zal willen aanvaarden, Ik zal daar nu niet verder op
ingaan, omdat mij dit tot een beoordeling van de afzonderlijke projek-
ten zou voeren, hetgeen naar de mening van mijn fraktie beter kan wor-
den uitgesteid tot het moment waarop zij deflnitief in de raad aan de
orde zullen komen.
Hoe moeten we nu de voorstellen van het college met betrekking tot de
heffingen en de belastingen beoordeien? Dat is thans de regelrechte
hamvraag! Ik kan hierover in het licht van de voorgaande overwegingen
betrekkelijk kort zijn, mijnheer de voorzitter. De C.D.A.-fraktie kan
zich volledig verenigen met het voorstel om de hondenbelasting te ver-
hogen van f 40,— tot f 50,--. Het college wijst naar onze mening te-
recht op het m1iieuelement. Meer dan welk huisdier fungeert de hônd als
vervuiler van het publieke milieu en als zodanig moet hij volgens het