400 voortvloeit uit de rehabilitatie en sanering. Het eerste door mij genoemde punt behoeft naar ik aanneem geen nadere toelichting. Op het tweede en derde punt, inventarisatie en priori- teitsstelling en afstemming van nieuwbouwplannen, wil ik wel nog iets zeggen. Het zou naar het oordeel van mijn fraktie onjuist zijn om vrijwel au- tomatisch en geruisloos de situatie te laten ontstaan dat de Indische buurt het eerst aangewezen wordt voor een rehabi1itatieprojekt. Wij sluiten in het geheel niet uit dat deze buurt inderdaad het eer- ste in aanmerking komt. Wij willen slechts dat een dergelijke beslis- sing bewust wordt genomen op basis van een afweging ten opzichte van de wellicht even hard noodzakelijke verbetering van andere delen van de gemeente. We moeten ons er goed van bevwst zijn dat een rehabili- tatieprojekt een zodanig beslag op onze middelen, zowel financi&öl als personeel, zal leggen dat het zeer onwaarschijnlijk is dat meer- dere van dit soort projekten tegelijk aangepakt kunnen worden. Dat betekent dat een beslissing met een bepaalde wijk te beginnen in- houdt dat andere nog lange tijd zullen moeten wachten. Van belang daarbij is ook de relatie met andere belangrijke beleidsvoornemens zo- als bijvoorbeeld het bestemmingsplan Binnenweg/Raadhuisstraat. Het is bepaald niet uitgesloten dat ook de oudere wijken rond deze beide win- kelstraten of delen van die wijken voor rehabilitatie er. renovatie in aanmerking moeten komen. Nu reeds zijn wij bezig met de uitwerking van een bestemmingsplan voor dat gebied, inklusief de daarbij behorende maatregelen op verkeersgebied.. Het lijkt mijn fraktie dat deze omstan- digheid op zijn minst eên faktor vormt die moet meespelen bij het be- palen van de prioriteiten tussen eventuele renabilitatieplannen. Ook een relatie met de realisering van het verkeersstruktuurplan is niet onmogelijk. In verband net dit alles vraagt mijn fraktie het college om op korte termijn en zeker voor enig voorstel tot aanwijzing van een rehabilita- tiegebied wordt gedaan, te komen net een overzicht van voor rehabili- tatie in aanmerking komende gebieden in Heemstede, alsmede met een voorstel tot het bepalen van prioriteiten tussen die in aanmerking ko- mende gebieden. Ten aanzien van het derde door mij genoemde punt, namelijk de noodzaak van afïtemming van nog resteronde nîouwbouwpisnnûn op de bohoefte dle voortkomt uit rehabi1itatie en renovatie het volgende. Hoe ook de uiteindelijke plannen voor rehabilitatie van welke wijk dan ook er uit zullen zien, nadat ze zijn vastgesteld met inspraak van alle betrokkenen, vast staat dat zij met zich mee zullen brengen dat het to- taal aantal woningen in zo'n wijk kleiner wordt, zodat vervangende woon- ruimte gevonden zal moeten worden. De mate waarin dat het geval zal zijn en aan welke soort van woningen dan behoefte zal zijn valt nu nog niet aan te geven. Voor wat betreft die soort is slechts duidelijk dat het goedkope bouw zal moeten zijn met in principe vermoedelijk zelfs woningwetbouw. Maar of het grote of misschien juist kleine woningen moeten zijn is een voorbeeld van een vraag die we op dit moment nog niet kunnen beantwoorden. Tegen deze achtergrond heeft mijn fraktie in de afaelingsvergadering gevraagd naar de plannen voor het terrein tussen Blekersvaart en Van Lennepweg. Wij zijn het eens met de noodzaak van ontwikkeling van een 25 november 1976

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1976 | | pagina 17