10
27 januari 1977
wordt, in de zin zoals de wethouder dat aanhaalde. Als voorbeeld zeqt
spreker dat er in de nabije toekomst een stichtinq historisch museum
in Zuid-Kennemerland komt. Het zou dus best kunnen zijn - hij heeft in
die richtinq zelf ook wat akties ondernomen - dat er in de nabije toe-
komst iets anders komt en dan moet men niet zien dat het nebouw zelf,
wat de expositie betreft, het eniqe is. Dan is het in deze moderne tijd
vaak zo, dat ook wat buiten het qebouw is, aaat meespelen voor het qe-
bouw zelf en dan denkt hij aan aileriei objekten, hetzij oude of nieuwe
dinqen, maar hij qelooft niet dat men nu in die richtina verder kan pra-
ten. Het voorstel van zijn fraktie is deze zaak in de culturele commis-
sie te brenqen, waar men er eens rustiq over kan praten, terwiji des-
noods ook de welstandscommissie zou kunnen worden imeschakeld, want
hij acht het achteraf zelf een ernstig feit dat hij er in de commissie-
vergaderinq niet aan gedacht heeft het arqument naar voren te brenaen
dat dit eigenlijk ook in een andere commissie zou thuishoren, want
hier soelen twee belanaen. Het onttrekken aan de woninqvoorraad is na-
tuurlijk op zich een ernstiq feit. Maar als er over nieuwbouw op het-
zelfde terrein gesproken kan worden, en men naat 20 meter naar achte-
ren, dan staat het huisje beter en is er misschien te overwegen, maar
dat is maar een "slordiqe"suggestie, om er niet ëén, maar een stuk of
drie huisjes neer te zetten, want die vinden er gemakkelijk olaats. Nu
heeft men de situatie dat het huisje op zo'n eiqenaardiqe plaats staat,
dat er een qroot stuk terrein achter ligt dat niemand ziet en waar nie-
mand weet van heeft. Hij-ziet niet wat voor bezv/aar het heeft deze zaak
twee maanden uit te stellen. De toewijzinq van het huis hoeft tenslot-
te nog niet inqetrokken te worden. Dat is niet de bedoelinq van zijn
vraag. Want als betrokkene misschien in de toekomst de mogelijkheid
heeft in een nieuw huisje te komen, dan zal hij dat misschien een heel
prettige zaak vinden.
De heer Klos vraagt wanneer het college denkt met een afqerond olan
voor het Oude Slot te komen.
De voorzitter zegt dat het college druk doende is zich te beraden
over de aktiviteiten binnen het Oude Slot. Het hoopt dit nu od korte
termijn te kunnen afronden en met voorstellen te komen die uiteraard
in de commissie voor culturele zaken zullen worden qebracht.
Wethouder Reeringh zou zich kunnen voorstellen dat een verplaatsing
van het huidige huisje naar een ander stukje van het terrein od pro-
blemen stuit in verband met het voor dat terrein geldende bestemmings-
plan; dat zou uitgezocht moeten worden.
De heer Hofland heeft gevraagd dit plan in de commissie voor culturele
zaken te brenoen en de welstandscommissie haar licht er over te laten
schijnen. Dat houdt in dat de heer Hofland aan een oordeel van de wel-
standscommissie of aan een oordeel van de commissie voor culturele za-
ken alsdan een konsekwentie zou verbinden. Dat zou SDreker namelijk als
een loqische konsekwentie voorkomen. Hij vraagt wat een dergelijke kon-
sekwentie zou kunnen zijn.
De heer Hofl and antwoordt dat dit meer inl ichtinqen, zeer summier, over
de situerinq van het huisje zullen zijn. Ook de wethouder zelf heeft
gesteld dit een ongelukkige zaak te vinden.
Wethouder Reeringh zegt dat als de welstandscommissie het ongewenst
zou achten dat dit huisje uit welstandsoverweaingen hier staat en het
