34
dat het door adressant aangevoerde argument van waardevermindering
van zijn woning bij realisering van het bestemmingsplan weinig
reëel is als in aanmerking wordt genomen dat in het vigerende be-
stemmingsplan op bedoeld terrein een flatgebouw met 8 woonlagen is
geprojecteerd
dat het ontwerp-bestemmingsplan, alsmede de nadere detaillering zijn
afgestemd op de huidige (hogere) eisen ten aanzien van de kwaliteit
van het woonmilieu en dat realisering daarvan de waarde van de af-
zonderlijke huizen eerder zal doen toenemen;
dat ook de heer Hutten en anderen bezwaar maken tegen de parkeerac-
commodatie in de hoek Einthovenlaan-Kamerlingh Onneslaan, zoals die
is geprojecteerd in genoemde inrichtingsschets;
dat adressanten in hun bezwaren niet ontvankelijk zijn;
dat op grond van het vorenstaande de bezwaren, voorzover adressanten
daarin ontvankelijk zijn, ongegrond moeten vrorden verklaard;
gelet op zijn besluit van 16 december 1976, nr. 167, waarbij de be-
slissing omtrent de vaststelling van het plan voor ten hoogste drie
maanden is verdaagd;
gelet op de artikelen 22 tot en met 25 van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 8 februari
a. W.G.Kaatman in zijn bezwaarschrift, voor zover dit betrekking
heeft op de parkeeraccommodatie niet-ontvankelijk en zijn bezwaar-
schrift op de overige punten ongegrond te verklaren;
b. Th.B.G.Hutten en anderen, voornoemd, in hun bezwaarschrift tegen
het ontwerp-bestemmingsplan niet-ontvankelijk te verklaren;
c. het bestemmingsplan "Geleerdenwijk-Centrum" vast te stellen over-
eenkomstig de bij dit besluit behorende kaart en de mede daarbij
behorende voorschriften en toelichting.
BESLUIT
HEEMSTEDE, 24 februari 1977.
Raad voornoend,
4e afd.
24 februari 1977
De voo/zitter
De sej/retaris
-4-