4e afd.
24 februan' 1977
waar de steenachtiqe sfeer overheerst, dient ons inziens het ca. 11.00
m! brede overqanqsqebied tussen het woon-winkelcentrum en de rive-m-
woningen het groen de overhand te krijgen. Hier is dan ook gekozen
voor een brede strook groenvoorziening waarop emge bomen op onrege
matiqe wijze zouden kunnen worden geplant.
De zuidoosthoek van het woon-winkelcentrum wordt gekenmerkt door het
MnSl S5S Sï»:ige parteerpl.atsen. ufpkelende bezoe ers «f 0»-
stio uit het zuidelijker geleqen woongebied, zullen gebruik makenvan
de Einthovenlaan en 3e Va^n de? Haalslaan De parkeerp aatsen z.gn dan
ook voornamelijk aan beide straten gesitueerd De lnnicht "9 en d®
keuze van de bestratingsmaterialen op de Kamerlingh Onnesiaan en e
hoek Kamerlingh Onneslaan/Einthovenlaan dienen zodamg te zijn, üat
hier slechts stapvoets zal kunnen worden gereden.
0p de hoek Van der Waalslaan/Kamerlingh Onneslaan is een knik in het
wegtracé van de Van der Waalslaan geprojecteerd°p het zuidelljker
qelegen gedeelte van de Van der Waalslaan zal nameligk het woonstraat
karakter de overhand krijgen. De knik markeert de overgang van het
meer "openbare" karakter van het noordelijke deel naar het meer
sloten" karakter van het zuidelijke deel
De parkeerpiaatsen aan het noordelijke gedeelte van de Van derJf'aa'5
laan zijn tevens bestemd voor de bezoekers van het q.ymnastieklokaal
De bomenrij die ter hoogte van deze parkeerplaatsen is geprojecteerd,
sluit aan op die langs de Eykmanlaan. Ter hoogte van de isoordwesteli.j-
ke hoek van het woon-winkelcentrum is tenslotte een dubbele rij aan
OpbdeCîîânkaart is de mogelijkheid geschapen om voornoemde wijze van
inrichting te realiseren.
Over het ontwerp-plan is vooroverleg gepleegd met:
1 de Provinciale Pianologische Dienst van Noord-Holland;
2*. de Inspecteur v'an de Ruimtelijke Ordening in Noord-Holland en
Utrecht;
3. de Eerstaanwezend-Ingenieur der Geme; Wn11anH-
4. de Rijksconsulent voor HandelAmbacht en ÛTensten in N°°rd-Ho1 and,
5. de Hoofdingenieur-directeur van de Rijkswaterstaat in de Directie
Noord-Holland;
6. het dagelijks bestuur van het Gewest Kennemeriand;
7. het Hoogheemraadschap van Rijnland;
8. de Directie van de Nederlandse Spoorwegen;
9. de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haarlem en Omstreken,
10. de Nederlandse Gasunie.
De onder 1, 3, 5, 8 en 10 genoemde instanties en personen hebben ver-
kiaard zich met het ontwerp te kunnen verenigen.
De Kamer van Koophandel uit bezwaren tegen de vestTging van een drogs-
terii naast de vestiging van een supermarkt en tegen de m lid b van
artikel 6 van de voorschriften genoemde mininum en maximum vloeropper-
Opgemerkt wordt dat in de toelichting op het plan is ve™eld dat voor
de bezetting van ca. 600 m2 bedrijfsoppervlakte wordt gedacht aan ves
tiging van een supermarkt, een drogist en een bankfiliaal, în het
werp-plan is uiteraard een dergelijke gespecificeerde bestemming niet
opgenomen, maar is aan de betreffende gronden de bestemming "Centrum-
-15-
34