23 maart 1977
51
voor de C.D.A.-fraktie - dat het misschien enigszins overbodiq werk is
de andere kant heeft hij het nuttig tijdverdrijf toch ook onderkend
maar spre^er zou vooral de nadruk willen leggen op hoe belanqriik het is
voor het gewogen oordeeler is een samenhang van de doelstellinqen en
nog sterker van de subdoelstel1ingen met de projekten-prioriteiten
maar dat mag met verabsoluteerd worden. Het is wel degelijk denkbâar
dat uityloeise1 van een subdoelstel!ing bij een hoge score, niet de-
zelfde hoge score van het projekt behoeft te zijn, omdat de appreciatie
de evaluatie van het desbetreffende projekt verschiNend kan liggen.
Wat betrett de normale poütieke besiuitvorming meent spreker dat êén
van de grondslagen van de motie van september 1974 was, dat de raad
juist van oordee! was dat de tot dusverre gevolgde methode van besluit-
vorming în ieder geval een onderbouwing behoefde, waardoor "grip op
beieid zicht op beleid" en "procesbeheersing" op de wijze van de
geinoegreerde beleidsplanning zouden kunnen v/orden benaderd. Spreker
gelooft dat het oordee! over het gekozen hulpmiddel niet mag inhouden
dat men zou kunnen stellen dat de norma'le politieke besluitvorming
niet aan zijn trekken is gekomen, omdat men ook juist bij het hulpmid-
dei het accent heeft geiegd op die individueie keuze. De heer Jager heeft
nn dit verband gesproken van atomisering van het besluitvormingsproces
Spreker zou willen zeggen dat als raen de weg van de commissies op zou
gaan, er van een ander veel ernstiger gevaar van "atomiseren"namelijk
van de bijl aan de wortel van de geintegreerde behandelinq sprake
zou kunnen zijn. Spreker kan niet ontkennen - maar dat is een keuze qe-
weest na een opmerking van de heer Jager - dat de gekozen methode van
pnonteitstelling nogal abstrakt aandoet. Hij moet hem nageven dat
îjn rraktie, ook in de commissie voor algemene bestuurszakenuit-
arukkenjk de înduktieve methode vanuit de projekten heeft voorqestaan,
maar de heer Jager heeft zich, dat heeft hij ook gezegd, bij dat be-
siuit van januari willen neerieggen. Spreker is niet deskundig genoeg
van al'erlei systemen, naast het door de raad gekozen systeem, de
voor en nadelen te kunnen opsommen. Het is dus ook heel moeüijk voor
nem nu in deze vergadering de wijsheid op te brengen dat men met een
ander systeem een aantal reakties had kunnen voorkomen. Wat hem eiqen-
ijk het meest verdriet is dat hij er ook thans van overtuigd is dat
we zeer zorgvuldig een voor ons nieuwe methode een kans hebben wiilen
geven. Dat wij ook eventueel met het resultaat niet zouden kunnen wer-
Ken îs, ook om de tijd en kijkend naar de begrotinq 1978 waar we fun-
amenteel werk voor hadden willen leveren, een zaak die bij spreker
op dit moment a1s een noga1 negatieve overkomt.
Spreker wi"I voor het besiuitvormingsproces van de raad kiezen, ook a!
het maar een huipmidde1 dat we hebben gekozen, maar niet minder
zou hij wiMen kiezen voor een systeem dat ons de mogeTijkheid biedt
om met van ons af te gooien waar wij na ampeie overweginq toe ziin
gekomen. Men zou dat op een wijze kunnen doen dat de projekten zeif
en de pnoriteiten -toekenning daarbij in een min of meer synchroon
proces weer zouden kunnen worden opgenomen. Spreker vraagt de raad
nog zijn oordee1 te wiHen uitspreken over het kunnen aanbrenqen van
amendementen in de prioriteiten die aan de doeisteMingen en subdoel-
stemngen zijn toegekend, zonder dat men de gevoigen he'lemaa'l zou
k" nfloPen- Het is 00k om dio reden dat aan deze gekozen methode
berekening geen vaste som, geen maximum,verbonden is. Spreker
vraagt of de raad bereid is dat nader te heroverwegen, met eventuee!