46 23 maart 1977 het probleem van het door zijn fraktie steeds gestelde te hoge abstrak tieniveau speelt, dan rijst vervolgens de vraag op welke wijze gekomen kan worden tot een prioriteitstelling van de raad als geheel, met ande re woorden, hoe wordt het coliectieve oordeel van de raad vastgesteld. Op basis van de afspraken van 12 januari is daarbij gekozen voor het zogenaamde polarisatie-modelhetgeen kort gezegd neerkomt op het zoe- ken naar een meerderheid in de raad voor een bepaalde prioriteit. Dat zoeken geschiedt dan aan de hand van de ingeleverde formulieren met ieders individuele opgave. Thans ligt voor ons een op deze wijze be- rekende prioriteitsteliing van de raad van Heemstede. Spreker merkt daarover op dat allereerst bij deze berekeningen gekeken is of er sprake was van 11 of meer raadsleden die eenzelfde aantal pun ten hadden toegekend. Was dat het geval dan is daarmee dat aantal pun- ten van die subdoelstelling de door de raad vastgestelde prioriteit. Op zich is dat geen onlogische methode. Problemen echter rijzen als er geen sprake is van een éénduidige meerderheid. In die gevallen wordt ineens een ander systeem toegepast en wordt bezien welke frakties het dichtst bij elkaar gescored hebben en wordt dan van die frakties het gemiddelde aantal toegeker.de punten berekend. Dat geschiedt ook in ge- vallen dat bijvoorbeeld wel 10 leden van de raad eenzelfde aantai pun- ten hebben gegeven, dat is geen meerderheid, terwijl de overigen een ander aantal punten hebben toegekend. Dan wordt niet bekeken of er wellicht een lid van de raad bereid is om die eerste 10 te verster- ken om tot 11 te komen, maar v/ordt van de eenheid van de fraktie uit- gegaan en wordt gekeken wat het gemiddelde is van de verschillende frakties en worden de dichtst bij elkaar gelegen gemiddelden bij el- kaar opgeteld. Spreker gelooft dat dit in strijd is met de politieke realiteit en met het gebruikelijke besluitvormingsproces in een raad, waarin het immers vaak voorkomt dat door het uit de boot van hun frak- tie vallen van één of twee leden een meerderheid tot stand komt. De enig juiste wijze om te komen tot een door de raad vastgest'elde priori teit tussen de doelstellingen en subdoelstel1ingen zou zijn, dat op al die punten waarbij geen sprake is van een éénduidige meerderheid binnen de raad een coalitievorming plaatsvindt om tot een dergelijke meerderheid te komen. Een dergelijke coalitie kan echter niet achter de schrijftafel berekend worden. Zij dient tot stand te komen door een diskussie tussen mogelijke coalitiegenoten op elk der te beslissen punten. Deze coalitiegenoten kunnen steeds wisselende personen en/of frakties zijn. Als men dit echter stelt betekent dat, dat men bij de besluitvorming in deze raad dezelfde problemen krijgt, maar dan ten- minste verviervoudigd, als spreker zojuist geschetst heeft toen hij het had over de prioriteitstelling binnen zijn fraktie. Het zal een ieder duidelijk zijn dat het onmogelijk is met 21 raadsleden trach- ten te komen tot het vormen van meerderheden voor een bepaald aantal aan een subdoelstel1ing toe te kennen punten. De gevolgen daarvan zijn immers dat een ieder van deze leden weer gedwongen kan worden tot het wijzigen van het door hem toegekende aantai punten aan andere (sub) doelstellingen, enzovoort. Dit uitgebreide en voor de publieke tribune ongetwijfeld volstrekt on- begrijpelijke verhaal heeft spreker moeten houden ter adstruktie van de volgende konkiusies waartoe zijn fraktie ten aanzien van de priori- teitstelling is gekomen. De waarde die aan de thans voorliggende

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1977 | | pagina 6