141 2 jurn' 1977
beperkt is. Van dwang kan immers geen sprake zijn; resteert dan de mo-
geiijkheid om bij verbouw of nieuwbouw in de bouwvergunmng de lichte
kleur ais dwingende voorwaarde op te nemen.
Gezien de staat, waarin de meeste panden zich bevinden, njkt het haar
niet waarschijnlijk dat een totaal iichtgetinr gevelbeeld binnen af-
zienbare termijn kan worden gerealiseerdSamenvattend meent zij, dat
noch op historische noch op praktische gronden het streven van het
colleqe om een lichte hoek te creëren, aanbeveling verdient.
Ten aanzien van het verzoek van Ajewe meent sprekers fraktie dat het
standpunt van het colleqe in deze formeel juist is en met voor be-
twistinq vatbaar. Echter, mocht de meerderheid van de raad met haar
van oordeel zijn, dat het beleid van het coliege în deze geen onder-
steuning verdient, dan zou zij het college in overweging willen geven
het verzoek van Ajewe opnieuw te bezien in het licht van de alsdan
ontstane situatie, temeer daar dit bedrijf het eerste is waarbij een
iichte kleur van de voorgevei in de bouwvergunning is opgenomen.
De heer Van der Hulst meent uit de brief van de commissie voor de^
beroepschriTten op te maken dat vanavor.d een uitspraak wortt gevraagd
ten aanzien van een iichte hoek in een gedeelte van de Raadhuisstraat.
Hij meent dat vanavond niet een eindoordeel gevraagd wordt over de ge-
vel van Ajewe. Het gaat dus om een standpuntbepaling ten aanznen van
de visie over dat gedeelte van de Raadhuisstraat in zijn algemeenheid
Zijn fraktie meent met de zier.swijze, die ook mede door de welstands-
commissie is geadviseerd, om in dat gedeelte van de Raadhuisstraat
een lichte hoek te creëren, te kunnen instemmen. Zij meent dat deze
hoek daardoor een beter aanzien zal krijgen. Hetbetekent dat deze
wens voor ieder individueel pand ter piaatse, bij nieuwbouw of ver"
bouw, weer aan de orde komt. Zij acht dat een zaak die per geval me
betrokkenen moet worden qeregeld. Als de raad vanavond een uitspraak
doet over een al dan niet lichte hoek in ait gedeelte van de Raadhuis-
straat, dan meent zij dat het juist zou zijn als Ajewe opmeuw een ver-
zoek indient om van die verplichting ontheven te worden. En met dit
nieuwe verzoek kan dan de eommissie voor de beroepschrvrten met het
raadsbesluit van vanavond als basis deze zaak opnieuw behandelen.
De heer Borghouts brengt naar voren dat het vooriiggende verzoek
van Ajewe blj zijn fraktie een smakelijke diskussie heeft ongeleverd,
waarbij al snel duidelijk werd dat over smaak niet vait te twisten.
Daarom ook is zij blij dat er een richtingwijzer op dit terrein îs,
in casu de welstandscommissie. Dat neemt intussen niet weg dat de
richting welke wordt aangegeven teikens opnieuw zorgvuidig door haar
zal worden bekeken. Zo ook dit gevalhet benoud van sfeer en karak-
ter van de Binnenweg en Raadhuisstraat gaat zijn fraktie ter hatte.
Bij andere gelegenheden heeft zij daar reeds blijk van gegeven.
Zij is dan ook van mening dat de overheid bij het verienen van bouw-
vergunningen telkens de vei of nieuwbouwplannen moet beoordelenop
het punt van het al dan niet afbreuk doen aan dat karakter en aan^
die sfeer. Bij de bouwvergunning voor het huidige pand van Ajewe îs
dat gebeurd, hetgeen onder meer heeft geleid tot de nu wel bekende
7e voorwaarde. Dat dergelijke voorwaarden voor deburgers extra kos-
ten kunnen meebrengen acht zij de prijs voor het instandhouden van
een stuk karakteristiek, de prijs voor een beleven van de mgezete-
nen van Heemstede van een aardig straatbeeld.