170 30 juni 1977
een goed inzicht geeft in de reservepositie van onze gemeente. Hier is
duidelijk sprake van een geslaagde poging om de raad een beter Tnzicht
te verschaffen in de op zichzelf ingewikkelde matene van reserves,
fondsen en wat daar allemaai mee samenhangt. Op een punt echter is de
nota erg sumniier te noemen: er wordt namelijk nauwelijks îets uit
doeken gedaan met betrekking tot de reserve van het grondbedrijt
Was dit'wel gebeurd dan had wellicht gekonkludeerd kunnen worden dat
niet de gehe'le reserve van het grondbedrijf nodig îs voor een verant-
woorde exploitatie van dat bedrijf. Sprekers fraktie zou daarom graag
een antwoord krijgen op de vraag in hoeverre de reserve nodig is voor
de exploitatie van het grondbedrijf en welk deel van de reserve be
kan worden voor het bekostigen van door _de raad gewenste v°°^®"2"9en.
In de commissie voor de gemeentefînancien van 13 mei j.l. zijn °Pme
kingen van gelijke strekking gemaakt, die ertoe hebben geleid Je
afspraak is gemaakt dat eerst in de commissie voor het 9rondbedr jf
en daarna in de commissie voor de gemeentefinancien de reserv p
van het grondbedrijf aan de orde zal komen en het zal duideliJk zijn
dat zijn fraktie het oP prijs stelt dat deze aangelegenhe,d de nodige
Eendan5erZapuntriJs9het feit dat in de nota gemeentelijke reserves alleen
financieel-technische aspekten worden belicht, maar met wordt gespro
ken over het in de koménde jaren te voeren beleid ten aanzien van de
gemeentelijke reserves, hetgeen vragen oproept a s: m hoeverre zullen
de reserves de komende jaren worden benut, m welk tempo en ten gunste
van welke projekten? Tijdens de vergadering van de commissie voor de
gemeentefinanciën van afgelopen maandag heeft de wethouder sprexer e
van kunnen overtuigen dat besprekmg van dit soort vragen beter kan
plaats vinden bij de behandelmg van de begrotmg, omdat dan mee
formaties beschikbaar zullen zijn over de financiele positie van de
qemeente en over de projekten die in 1978 in uitvoermg zullen worden
genomen. Zijn fraktie vraagt het college dan ook of er van kan worden
ûitgegaan dat.de zojuist opgeworpen vragen m de aanbiedmgsnota b j
de beqroting 1978 aan de orde zullen komen.
Tenslotte deelt spreker mede dat zijn fraktie kan mstemmen met het
bij de nota gevoegde ontwerp-besluit.
Wethouder Reeringh brengt naar voren dat het inderdaad de bedoe-
linq is qeweest een overzicht te geven van de verschillende reserves
waarover de gemeente beschikt om een duidelijke neerslag van het een
en ander te produceren. ûok hij vindt dat het een uitstekend stuk
is geworden en dat de makers die daarvoor getekend hebben alle lot
verdienen. Beleidsaspekten behoren niet thuis - dat is ook m de com-
missieverqadering besproken - in een dergelijk stuk, gezien het ka er
waarin dit is geplaatst. Hij zegt toe dat de beleidsmatige elementen
daar aan de orde zullen komen waar ze naar zijn gevoelen thuishoren,
Inzake de positie van de reserves van het grondbednjf zegt spreker,
dat het antwoord op vragen als: welk gedeelte van de reserves z°oden
feitelijk voor het grondbedrijf bestemd moeten worden en welk gedeel-
te eventueel voor de algemene voorzieningen, in nader overleg bespro-
ken en beantwoord moeten worden; deze zaak zal uitvoerig kunnen wor-
den bediskussieerd in een te beleggen bijeenkomst van de commissie
voor het grondbedrijfwaarna vervolgens ook de commissie voor de ge-
meentefinanciën haar licht daarover zal kunnen laten schijnen.
namelijk in de aanbiedingsnota terzake de begroting.