DAGELIJKS BESTUUR
ARTIKEL 18
1. Het dagelijks bestuur bestaat uit 5 leden en wordt door het alge-
meen bestuur uit zijn midden als volgt benoemd: - r -
4e afd.
ARTIKEL 14
1. Een lid kan staande de beraadslaging vragen de beslissing over
het aan de orde zijnde onderwerp aan te houden voor nader over-
leg met het orgaan dat hem heeft benoemd of voor benoeming heeft
voorgedragen.
Een uitstel als bedoeld in het eerste lid wordt door de voorzit-
ter voor ten hoogste één maand verleend. Indien de voorzitter van
oordeel is 'dat de urgentie dan wel het belang van de zaak geen
uitstel gedoogt, beslist de vergadering.
3. Na het verstrijken van de termijn waarvoor het uitstel is verleend,
wordt de beraadslaging over het aangehouden onderwerp heropend en
wordt terzake een besîissing genomen.
COMMISSIES
ARTIKEL 15
Het algemeen bestuur kan commissies instellen. Het regelt de samenstel
ling, de werkwijze, het toezicht op en de bevoegdheden van deze com-
missies, alsmede de zittingsduur van haar leden.
ADVISEURS
ARTIKEL 16
1. Het algemeen bestuur kan zich laten bijstaan door adviseurs.
2. De directeur, de adjunct-directeurêén docent, aangewezen door de
docenten en één vertegenwoordiger van het niet-onderwijzend perso-
neelaangewezen door dit personeelhebben het recht aan de be-
raadslagingen in de vergaderingen van het algemeen bestuur deel te
nemen; deze personen hebben in de vergadering geen stemrecht.
ARTIKEL 17
Het-algemeen bestuur kan een regeling vaststellen voor de vergoe-
ding van reis- en verblijfkosten voor de leden en adviseurs van
het algemeen bestuur en voor de leden van het dagelijks bestuur
en van de ingevolge artikel 15 ingestelde commissies. Een zodanige
regeling behoeft de goedkeuring van gedeputeerde 'staten.
2. Het algemeen bestuur kan bepalen dat de leden en adviseurs van het
algemeen en de leden van het dagelijks bestuur en van de commis-
sies voor het bijwonen van de vergaderingen een vergoeding ontvan-
gen. Een zodanige regeling behoeft de goedkeuring van gedeputeerde
staten.
2.
1.
25 augustus 1977