ARTIKEL 74
Van artikel 74 wordt de tekst vervangen door:
1. De hoogte van kamers en keukens van tot bewoning bestemde
gebouwen mag, met inachtneming van het bepaalde in de leden
2 en 3, niet minder bedragen dan:
a. 2,5 m voor hoofdwoonkamers;
b. 2,5 m voor keukens als bedoeld in artikel 62, lid 1, onder c,
alsmede voor keukens in bijzondere woongebouwen;
c. 2,3 m voor de overige kamers en keukens en voor bijkeukens.
2. De hoogten genoemd in lid 1, onder a en b, moeten aanwezig
zijn boven ten minste 4/5 van de vloeroppervlakte en in elk geval
boven de als minimum voorgeschreven vloeroppervlakte, met dien
verstande dat de hoogte nergens minder dan 2,1 m mag bedragen.
3. De hoogte genoemd in lid 1, onder c, moet aanwezig zijn boven
ten minste de helft van de vloeropperviakte, bepaald volgens
artikei 81, en in elk geval boven de ais minimum voorgeschreven
vloeroppervlakte, met dien verstande dat de hoogte ter plaatse
van de ramen die voor de berekening van de daglichttoetreding
moeten worden meegerekend, niet minder dan 2 m mag
bedragen.
4. Vrijstelling kan worden verleend van de in iid 2 gestelde eis
dat de hoogte nergens minder dan 2,1 m mag bedragen, mits
geen onbereikbare hoeken nabij de vioer ontstaan en de hoogte
ter plaatse van ramen die voor de berekening van de daglicht-
toetreding moeten worden meegerekend, niet minder dan 2 m
bedraagt.
ARTIKEL 76
Van artikei'76, derde lid, wordt de aanhef vervangen door:
3. Een badruimte moet boven de als minimum voorgeschreven
oppervlakte en breedte een hoogte hebben van ten minste:
ARTIKEL 77
Van artikel 77. tweede lid, wordt het gestelde onder a en b vervangen
door:
a. ten minste 1 m, indien het hoogteverschil tussen de betreedbare
oppervlakken aan weerszijden van de baiustrade niet meer
dan 13 m bedraagt;
b. ten minste 1,2 m in alle overige gevailen.
7