^e 29 september 1977
3. Na afloop van de in het vorige lid genoemde termijn stelt het al-
gemeen bestuur de begroting vast, zoveel mogelijk met inachtne-
ming van de îngebrachte bezwaren. Na vaststelling zendt het be-
stuur de begroting met bijbehorende bescheiden en de inqebrachte
bezwaren, voorzover daaraan niet is tegemoetgekomen ter goedkeu-
nng aan gedeputeerde staten en ter kennisneming aan burgemees-
ter en wethouders van elke deelnemend^ gemeente.
4. De begroting wordt eerst van kracht nadat zij door gedeputeerde
staten îs goedgekeurd.
5. Van de goedkeuring, bedoeld in lid 3 wordt ten spoedigste, doch
uiternjk binnen een maand na ontvangst van het betreffende be-
sluit aan de gemeentebesturen mededeling gedaan
6.
Wijziging van de begroting geschiedt, voorzover mogelijk, over-
eenkomstig de bovengenoemde procedure.
ARTIKEL 32.
1. Jaarlîjks voor 1 mei wordt door het algemeen bestuur voorlopiq
vastgeste d een rekening van baten en lasten, alsmede een reke-
ning van kapitaalinkomsten en -uitgaven en een balans over het
afgelopen dienstjaar met een staat, aangevende de verdeling van
de^werkelijke kosten welke ten laste van elk van de gemeente ko-
2. De in lid 1 bedoelde rekening met bijlagen wordt vervolgens bin-
nen veertien dagen ter vaststelling toegezonden aan gedeputeerde
stâten.
3. Afschnften van de voorlopig vastgestelde rekening alsmede van
het overzicht betreffende de verdeling van de kosten worden aan
de gemeentebesturen toegezonden, gelijktijdig met de inzending
daarvan aan gedeputeerde staten.
4. De gemeentebesturen kunnen binnen twee maanden na ontvangst van
ll? vomge lld bedoelde stukken hun bezwaren daartegen
scnnrtehjk ter kennis brengen van gedeputeerde staten.
5. Van het besluit tot vaststelling van de. rekening door gedeputeer-
de staten wordt uiterlijk binnen een maand na ontvanqst daarvan
aan de gemeentebesturen mededeling gedaan.
ARTIKEL 33.
1. Het nadelig saldo van de vastgestelde rekening van baten en las-
ten wordt door de gemeenten gedragen in verhouding tot het inwo-
ner al van elk der gemeenten op 1 januari van het dienstjaar waar-
op de rekemng betrekking heeft, volgens de door het Centraal
datum^ V°°r statlstlek gepubliceerde bevolkingscijfers per deze-
2' rif h!TfrtSn ^alen telkenJare vöor 1 februari en voor 1 augustus
bed ld aandeel vermeld in de staat in artikel 31, lid 1
3. Binnen twee maanden, nadat van het besluit tot vaststelling van de
rekemng, in artikei 32 bedoeld, overeenkomstig het bepaalde in