6e afd. 27 oktober 19/7 132 a
of op grond van het bepaalde in artikel 9 is ingetroKken, worden ver-
wijderd, bij gebreke waarvan de grafbedekkingen ter beschikking van
de gemeente komen.
Van de orde op de begraafplaats.
ARTIKEL 11.
1. Hij die een lijk op de algemene begraafplaats wil doen begraven,
geeft daarvan op een nader door burgemeester en wethouders te be-
palen wijze tenminste 24 uur tevoren (zon- zater- en aigemeen er-
kende feestdagen niet medegerekend) kennis.
2. Geen begraving mag geschieden, voordat aan de opzichter van de be-
graafpiaats is ter hand gesteld het door de ambtenaar van de burger-
lijke stand af te geven verlof tot begraven, een bewijs, dat de
verschuldigde rechten zijn voldaan en eventueel het bewijs van ver-
kregen rechten op een bepaalde grafruimte.
ARTIKEL 12.
1. Het begraven van lijken mag alleen geschieden op werkdagen van des
voormiddagS' acht uur tot des namiddags twee uurdoch des zaterdags
tot des namiddags half één.
2. Op hetzelfde tijdstip mag slechts één teraardebestel1ing plaats heb-
ben.
3. De burgemeester kan in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde
in de leden 1 en 2.
ARTIKEL 13.
Het vervoer naar de begraafplaats van lijken geschiedt in gesloten kis-
ten.
ARTIKEL 14.
1. De begraafplaats is voor het publiek toegankelijk op zor.dagen, zater-
dagen en algemeen erkende feestdagen van 10.00 tot 16.00 uur; op an-
dere dagen van 8.00 tot 16.00 uur.
2. Burgemeester en wethouders zijn in bijzondere gevallen bevoegd de in
lid 1 vermelde uren van openstelling tijdelijk te wijzigen.
ARTIKEL 15.
1. Kinderen beneden de leeftijd van 14 jaren, niet vergezeid vari een
meerderjarig persoon, worden op de begraafplaats niet toegelaten.
- 9 -
