Hoewel we thans een eerste cyclus van de geïntegreerde beleidsplanning
afronden door de konfrontatie van de wensen met de financiële mogel.jk-
heden, ontbreekt daarbij nog een belangrijke factor. Dat is de herwaar-
dering van bestaande aktiviteiten. In feite is nog geen sprake van een
geïntegreerd bestuur als niet ook bestaande taken, of de wijze van uit
voering daarvan, in de afweging mede worden betrokken.
Naar ons oordeel zal gezocht moeten worden naar een methode om ook dit
aspekt de bestuurlijke dimensie te geven die het verdient. Eeri moge-
lijke weg daartoe zou kunnen zijn om kort na de aanmelding van de meuwe
begrotingscijfers voor de diverse taken voor het nieuwe jaat 1979 doc.
de verschi11ende onderdelen van het gemeentelijke apparaat, deze te be-
spreken in. college en betrokken raadscommissies. Vereist is dan wel aat
bij de opgaven vanuit de verschi1lende sectoren zorgvuldig wordt gemo-
tiveerd waarom tot het voorgestelde niveau middelen nodig zijn.
A1s dan voorts tezelfder tijd de nieuwe projektenlijst vanuit deze i aad
in concept gereed is, wordt het beter mogelijk dan thans ook de bestaan
de aktiviteiten en de intensiteit daarvan mee te wegen en daarmee af te
wegen.tegen nieuwe gewenste aktiviteiten.
Gaarne horen wij van het college of het bereid is naar wegen voor deze
afweging te zoeken en of de door ons gesuggereerde weg daartoe wellicht
ook naar zijn oordeel een begaanbare is.
Een tweede faktor, waarop we, naar het oordeel van mijn fraktie, als
raad nog onvoldoende zicht hebben is de personeelsformatie van het amb-
telijk apparaat, zowel voor wat betreft de secretarie ais v/at betreit
het G.T.B.
Naar ons oordeel dient ook op dat punt, zonder te willen treden în be-
voegdheden van het college, toch de raad een belangrijke mate van în-
zicht te hebben, omdat immers het budget voor salarissen en dergelijke
zo een 10 miljoen gulden bedraagt en daarmee een kleine 18% van het to-
taal begrotingsbedragBovendien bepaalt de inzet van personeel in be-
langrijke mate de mogelijkheden voor het voeren van een beleid.
Slechts een aantal voorbeelden zijn er van een werkelijke diskussie
in deze raad over het aantrekken van personeelDat zijn geweest de
mi 1 ieucontroleursde extra technische kracht van de politie, ce amb-
tenaar bestuurscontacten/voorl ichting en dergelijke. Het betreft daar-
bij steeds ad hoc beschouwingen. Voor zover mij bekend, is over de be-
zetting van het G.T.B. nimmer expliciet gesproken, nochover de recen-
te aantrekking van medewerkers op de secretarie en het inschakelen
van bijvoorbeeld notulistes. Dit alles wordt door mij slechts gememo-
reerd, mijnheer de voorzitter, omdat ik van oordeel ben dat ook de
planning van de toekomstige personeelsformatie werkelijk onderwerp
van diskussie in deze raad zal moeten worden, willen we komen tot ge-
'integreerd bestuur. Het vloeit overigens, naar ons oordeelzonder
meer voort uit de doelstelling uit het beleidsplan, waarin gesteld
wordt dat de personeelsbezetting moet worden gerelateerd aan de ta-
ken. Wij verzoeken het college in het komende jaar in overleg raet de
financiële commissie te komen tot een methode die het mogelijk maakt
ook dit aspekt duidelijker tot uitdrukking te laten komen.^
Zo zou een inzicht in het beslag op mankracht, dat voortvloeit uit
de te verrichten taken, uitqesplitst naar tijd en benodigd niveau een
belangrijk gegeven zijn. Op die manier wordt het ook mogelijk priori-
teiten te s'tellen bij het vragen om nota's en nieuwe beleidsinitiatie-
ven. Iets wat frustraties over het uitblijven van toegezegde nota s
en dergelijke kan voorkomen.
Voor het eerst staan we thans aan het einde van een cyclus in net kader
15 december 1977
314